Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 06-03-2024

loop naar de pomp

betekenis & definitie

(19e eeuw) (arch.) loop heen; val dood! In Vlaanderen soms met de rijmende toevoeging 'en vang stekelbaarsjes in je klomp'.

• ‘Loop naar de pomp,’ mopperde Hein. (Chr. Van Abkoude: Hein Stavast. 1908)
• (K. ter Laan: Nieuw Groninger Woordenboek 1924-1929)
• Loop naar de pomp met je flauwe kul. (A. Roothaert: Spionnage in het veldleger. 1933)
• De zevende dag kwam vader hen ten langen leste plechtig vervloeken. ‘Loop naar de pomp met uw vervloeken, zeiden ze kort en droog, vervloek moeder, die verdient het.’ (Gerard Walschap: Houtekiet. 1939)
• Voor mijn part lopen alle vrouwen naar de pomp! (Jan Mens: Goud onder golven. 1943)
• ‘Je kunt naar de pomp lopen,’ zei Pa Pinkelman opeens, ‘ik hou m'n bolhoed op m'n kop, wat er ook gebeurt.’ (Godfried Bomans: De onsterfelijke Pa Pinkelman. 1953)
• ‘Ja, ‘t is goed hoor,’ zei Pa Pinkelman, ‘je kunt naar de pomp lopen.’ (Godfried Bomans: De avonturen van tante Pollewop. 1958)
• Loop naar de pomp en vang stekelbaarsjes in je klomp! (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984)
• Misschien omdat het werktuig in onbruik is geraakt hoort men zelden meer de verwensing "Loop naar de pomp". Volgens Stoetts Nederlandse spreekwoorden en gezegden zei je vroeger "loop aan de pomp’, een zinspeling op het scheepscommando "aan de pompen.” In Hoorn kent of kende men de uitdrukking "Loop naar de pomp van 't Breed" — 't Breed' een bekende straat in het centrum. (NRC Handelsblad, 02/11/1985)

< >