Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 02-09-2023

in de soep vliegen

betekenis & definitie

(1928) (luchtv.) blindvliegen.

• Wij vernemen, dat het vijfde vliegtuig — dat van Smirnoff — vermoedelijk Vrijdag a.s. door kan vliegen. Dat dit zoo betrekkelijk vlug mogelijk is, vindt zijn oorzaak in het feit, dat eenigen tijd geleden een paar Poolsche vliegers daar op het Bagdadsche vliegveld een driemotorige Fokker — 't zelfde type dus — “in de soep" hebben gevlogen zooals dat in luchtvaart-slang heet. (Limburger koerier, 18/10/1928)
• (Onze Taal. 1966)
• (De Vliegende Hollander, 25/05/1970)
• Heeft de Koninklijke Marine zijn ingewortelde gebruiken die voor leken vaak iets totaal onbegrijpelijks hebben, de luchtmacht heeft als opvallende bijzonderheid een volslagen apart jargon, dat iedere rechtgeaarde Klu-man echter doodnormaal in de oren klinkt. De Vliegende Hollander van deze maand geeft een paginalange opsomming, waaruit wij deze (korte) selectie maakten: in de soep vliegen — blindvliegen kakken — landingsgestel krat of kist — vliegtuig kanarie — geel autootje van de verkeersleiding 'n landing als een eitje — prima landing, op z'n platte bek gaan — verongelukken paniekijzer — handel van de schietstoel plonspak — beschermend pak voor vluchten boven zee trip — vliegtocht vink — vliegerswing wolkenboer — lid van de meteorologische dienst kastje-moeilijk — testset. peuthap — de sectie die voor de brandstof van toestellen zorgt doodvalbriefje — verzekeringsbewijs, nodig voor het meevliegen verstand nul, blik op oneindig — teveel gedronken hebben kerstboom — vliegtuig waaruit onderdelen worden gehaald (gekannibaliseerd) voor een ander toestel. (Algemeen Handelsblad, 27/05/1970)

< >