Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 12-06-2022

Groot Mokum

betekenis & definitie

(19e eeuw) (Barg.) Amsterdam. Andere populaire benamingen: Damsko*; Masterdam*; Mokum*; Moorddam*; Tripple* X.

• Ik ging naar groot Mokum (Amsterdam) om een gabber (kameraad) te zoeken… (Conrad Jacobus Nicolaüs Nieuwenhuis: Mijn verblijf in de gemeenschappelijke en afgezonderde gevangenis. 1858)
• Groot-Mokum, (barg.), Amsterdam. Mokum in de Joodsche volkstaal = plaats van hebr. makoom; Klein Mokum is bijnaam voor Zwolle. (Taco H. de Beer & Eliza Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899)
• Zitte zukke prachtige wages stuk voor stuk leeg!... God weet, is meschien in Groot Mokum, as wij hier nog darre om op zoo'n schoreme nachtboot te magge... (M.J. Brusse: Landlooperij. 1906)
• En Jet vangt d'r platvisch, sooveul d'r over de vlakte swermt tussche Groot-Mokum, Rotterdam en 't Haagie! (Israël Querido: De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 2: Van Nes en Zeedijk. 1914)
• D'r is niks, of ik weet alles van haarlie doen en late... in en buite Groot-Mokum... (Israël Querido: De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 3: Manus Peet. 1922)
• Zo bracht ik drie maanden in Groot-Mokum zoek, maakte een dikke spaarpot en heb er veel genoten.... (H. van Aalst: Onder martieners en bietsers. 1946)
• Je weet zeker wel hoe ze Amsterdam noemen: Groot Mokum. (De nieuwe Nederlander, 09/04/1947)
• Groot-Mokum, (Barg.) Amsterdam. (Fokko Bos: De vreemde woorden. Derde druk. 1955)
• Later kwam een man uit Antwerpen naar Groot Mokum terug. (Meyer Sluyser: Er groeit gras in de Weesperstraat. 1962)
• Klein-Mokum: bijnaam van Rotterdam, door de joodse gemeenschap van Rotterdam; van de 12.000 Rotterdamse joden waren er na de Tweede Wereldoorlog nog slechts 700 over; Amsterdam is Groot-Mokum. (Jan Oudenaarden: De terugkeer van Opoe Herfst. 1986)
• En wat dat winkelen betreft dat mijn moeder zo graag in Amsterdam deed, wel, toen ze dan eindelijk in Groot-Mokum woonde heeft ze nooit gewinkeld, behalve in de naburige straten boodschappen gedaan. (Joop Waasdorp: De verhalen. 1989)
• Want in de kilheid en de vaalheid van mijn nieuwe Rotterdamse omgeving – overgepoot uit het vrolijke intellectuele bohème-bestaan uit Groot Mokum – had hij toch iets warms, van jool en dartele lichtzinnigheid. (Peter Brusse: Onder de mensen. M. J. Brusse (1873-1941) journalist. 2017)

< >