Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 18-06-2025

PHERECRATES

betekenis & definitie

Pherecrates (Φερεκρατης), attische dichter van de z.g. Oude Komedie, uit de tweede helft van de 5e eeuw vC, van wiens blijspelen 19 titels en een aantal fragmenten overgeleverd zijn.

Pherecrates was bekend om zijn bekwaamheid in het vinden van intriges; hij zou zelden persoonlijke spot gehanteerd hebben. In de Αγριοι (De wilden, 420 vC) werd de terugkeer naar een primitieve natuurstaat bepleit of gepersifleerd, in de Μεταλλης (Mijnwerkers) bericht een uit de onderwereld teruggekeerde vrouw over het luilekkerland waar de zielen der overledenen verblijven; zijn Corianno, Petale en Thalatta zijn naar hetaeren genoemd; in de Chiron kritiseerde Pherecrates de moderne muziek van zijn tijd.Lit. Fragmenten in Th. Koek, Comicorum Atticorum Fragmenta I (Leipzig 1880) 145-208, J. Demianczuk, Supplementum comicum (Krakau 1912) 66-71 en, met engelse vertaling, J. M. Edmonds, The Fragments of Attic Comedy 1 (Leiden 1957) 207-285. - A. Korte (PRE 19, 1985-1991). GGL 1, 4, 99-108. [Nuchelmans]

Pherecydes (Φερεκυδης), naam van twee griekse schrijvers.

1. Pherecrates van Syrus (midden 6e eeuw vC), een van de oudste griekse proza-auteurs. Hij schreef een werk over kosmogonie, Επταμυχος (De zeven hoeken) getiteld. Hierin beschreef hij, in de vorm van een allegorie, het ontstaan van de wereld uit drie oergodheden: Zas (Zeus, oppergod en hemel), Chronos (Tijd) en Chthonie (Aarde); uit Chronos sproten vuur, lucht en water, waaruit vervolgens de overige goden ontstaan zouden zijn in de hoeken waarnaar het werk is genoemd.

Ut. Testimonia en fragmenten in: H. Diels/W. Kranz, Die Fragmente der Vorsokratiker in (Zürich 1964) no. 7. - K. von Fritz (PRE 19, 2025-2033). - M. L. West, Three Pre- socratic Cosmologies (Classical Quarterly 13, 1963, 154-176). [Nuchelmans]

2. Pherecrates, griekse geschiedschrijver, afkomstig van of geïmmigreerd in Athene, waar hij in de eerste helft van de 5e eeuw vC, in ionisch dialect, een werk schreef over de mythische periode van de griekse geschiedenis (‘Ιστοριαι of Γενεηλογιαι). De bouw van het werk, dat door alexandrijnse geleerden in 10 boeken werd ingedeeld, is niet meer te achterhalen. Pherecrates volgde wellicht geen vast genealogisch systeem, maar groepeerde de stof rond stemmata van heroën. Fragment 2, met de stamboom van de Philaïden, waarin als laatste Miltiades wordt vermeld, toont aan dat Pherecrates tot zijn eigen tijd afdaalde. Te oordelen naar woordelijke fragmenten had hij een onopgesmukte stijl, met doorlopend gebruik van het praesens in de verhalen (bv. in de geschiedenis van Perseus, fr. 10-12). Zijn werk, waarin geen spoor van rationalistische kritiek op de mythen te vinden is, werd veelvuldig gebruikt door grammatici, scholiasten en dichters als → Callimachus en Apollonius Rhodius.

Lit. Fragmenten bij F. Jacoby, Die Fragmente der griechischen Historiker IA (Leiden 21957 = 1968) no. 3, met commentaar in 1a (Leiden 21957 = 1968). - R. Laqueur (PRE 19, 1991-2025). - F. Jacoby, The First Athenian Prose Writer (Mnemosyne 3, 13, 1947, 13-64 = Abhandlungen zur griechischen Geschichtsschreibung, Leiden 1956, 100-143). A. Uhl, Pherekydes von Athen.

Grundriss und Einheit des Werkes (Diss. München 1963). K. von Fritz, Die griechische Geschichtsschreibung 1, Anmerkungen (Berlin 1967) 59-69.

[Verdin]

< >