Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 21-02-2025

EUNOMIUS

betekenis & definitie

Eunomius (Ευνομιος) van Cyzicus, leerling van → Aëtius, werd in 360 bisschop van Cyzicus, maar volgens Socrates (Historia ecclesiastica 4,7) vanwege zijn arrogante dialectische wijze van spreken door de bevolking verdreven.

Na de dood van Aëtius werd hij de voornaamste vertegenwoordiger van het neo-arianisme of anomoeanisme. Hij vestigde zich op een landgoed bij Chalcedon, maar werd kort na 383 door keizer Theodosius verbannen. Eunomius stierf in 394.Hij was een vruchtbaar schrijver. Van de talrijke geschriften tegen zijn leerstellingen (o.a. van Didymus de Blinde) zijn er twee bewaard, die van Basilius de Grote en van Gregorius van Nyssa. Wij bezitten nog E.’ eerste Apologie (Απολογια), gepubliceerd in 361, terwijl de 17 jaar later geschreven tweede Apologie (Απολογια υπερ απολογιας) op een enkel fragment na verloren gegaan is. Verder hebben wij van Eunomius een Uiteenzetting van het geloof (Εκθεσις πιστεως), die hij in 383 naar keizer Theodosius zond. Verloren gegaan zijn o.a. een commentaar op Rom en een verzameling brieven. Eunomius is sterk neoplatonisch en aristotelisch beïnvloed. ’Ongeboren’ ziet hij als de enige ware aanduiding van God. De Zoon is verwekt en daarom van een andere natuur dan de Vader (ανομοιος). Wel is Christus volgens Eunomius vanaf het begin als Zoon van God aangenomen.

Lit. Uitgaven: MPG 30, 835-868. J. Mansi, SS. Conc. Coll. 3, 645-649. - M. Spanneut (DHG 15, 1399-1405). - J. Daniélou, Eunome l’Arien et l’exégèse néo-platonicienne du Cratyle (REG 69, 1956, 412-432). P. Worrall, St. Thomas and Arianism (Rech. de théol. ancienne et médiévale 23, 1956, 208-259). A. Benito Duran, El nominalismo ariano y la filosofia cristiana; Eunomio y san Basilio (Augustlnus 5, 1960, 207226). [Bartelink]

< >