Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 21-02-2025

EUNUCH

betekenis & definitie

Eunuch (Ευνουχος of σταδων, latijn spado).

1. Van nature impotente of ontmande dienaren werden in het Nabije Oosten van oudsher gebruikt voor de bewaking van de vorstelijke vrouwenverblijven en soms ook voor de opvoeding van de koningskinderen. Niet zelden werden zij ook in andere vertrouwensfuncties benoemd, zodat het woord eunuch gemakkelijk de algemene betekenis van vertrouweling des konings kreeg. Aan het hof van enkele laatromeinse keizers speelden echte eunuchen nog een belangrijke politieke rol.

Vrijwillige → castratie om religieuze motieven kwam onder meer voor bij de Galli, de priesters van de → Cybele-cultus.

Lit. Hug (PRE, Suppl. 3, 1918, 449-455). - M. Hopkins, Eunuchs in Politics in the Later Roman Empire (Proc. Cambridge Philol. Soc., N.S. 9, 1963, 62-80). [Nuchelmans]

2. De vermelding van eunuch in de egyptische teksten is zo zeldzaam dat men lange tijd aan hun bestaan in Egypte getwijfeld heeft. Toch worden voorstellingen van eunuchen aangetroffen, o.a. op de sarcofaag van de prinses Kawit uit de 11e dynastie (zie ANEP nr. 76) en in de afbeeldingen van het weefatelier uit het graf van Chnumhotep te → Beni-Hasan (ANEP nr. 143). Ook de Nijlgenii die bijv. in de tempel van Sahure en veelal op de zijkanten van de koningstroon voorkomen (ANEP nr. 382) zijn eunuchen, die de kenmerken van een postpubertaire castratie vertonen. Merkwaardigerwijze schijnen eunuchen als bewakers van de harem niet voor te komen. Uit de procesakten betreffende de samenzwering in de harem van Ramses III (juridische papyrus van Turijn en de papyri Lee en Rollin) blijkt alleszins dat de bewakers aldaar gehuwd waren.

Lit. F. Jonckheere, L’eunuque dans l’Égypte pharaonique (Rev. de l’Histoire des Sciences (Paris) 7, 1954, 139-155). [Vergote]

< >