Cassivellaunus, koning der Catuvellauni, geduchtste tegenstander van Caesar bij diens tweede expeditie naar Britannië (54 vC).
De Catuvellauni behoorden tot de Belgae die in het tweede kwart van de 1e eeuw vC van het vasteland naar Britannië waren overgestoken en het verst naar het Noorden over de Theems waren doorgedrongen. Cassivellaunus beoorlpogde de stam der Trinovantes (in Essex en Suffolk), wier koning Inianuvetitius in de strijd was gesneuveld. Diens zoon Mandubracius was ontkomen en had een toevlucht bij Caesar gezocht. Nadat Caesar de vorsten van Cantium (Kent) had verslagen, droegen dezen het opperbevel in de strijd tegen de Romeinen aan Cassivellaunus op. Hoewel hij het Caesar met zijn strijdwagens zeer lastig maakte, slaagden de Romeinen erin de Theems over te steken en de ’hoofdstad’ van Cassivellaunus, de vesting van Wheathampstead even ten noorden van St. Albans, in te nemen. Toen ook de aanval op Caesars scheepskamp, die Cassivellaunus intussen had bevolen, was mislukt, bood hij zijn onderwerping aan door bemiddeling van de Atrebaat Commius. De gebeurtenissen in Gallië dwongen Caesar naar het vasteland terug te keren, waardoor de gesloten vrede weinig effect sorteerde. Cassivellaunus moest tribuut betalen, gijzelaars leveren en beloven Mandubracius en de Trinovantes niet meer lastig te vallen. Toen Claudius in 43 nC Britannië liet veroveren, regeerde de dynastie van Cassivellaunus nog steeds over de Catuvellauni en tevens over de intussen onderworpen Trinovantes.Lit. Caesar, De bello Gallico 5, 11-22. [Stolte]