Cassander (Κασσανδρος), oudste zoon van → Antipater (1) van Macedonië, speelde een belangrijke rol in de ingewikkelde → diadochenstrijd.
Geboren ca. 355 vC, kwam hij waarschijnlijk niet vóór 324 in aanraking met Alexander de Grote; in dat jaar werd hij naar Babylon gezonden om zijn vader, Alexanders stadhouder in Macedonië en Griekenland, tegen beschuldigingen van ontrouw te verdedigen. Alexander en Cassander schijnen onenigheid te hebben gekregen; volgens sommige bronnen zou Cassander zelfs in 323 Alexander vermoord hebben. Bij de verdelingsconferentie van Triparadisus (321) werd hij benoemd tot hofdignitaris van Antigonus I. Zijn vader, die bij die gelegenheid bestuurder van het hele rijk was geworden, wees echter in 319 voordat hij stierf, niet hem maar de hoogbejaarde Polyperchon als zijn opvolger aan. Hiertegen verzetten zich Cassander, Antigonus, Ptolemaeus en Lysimachus. Cassander bezette in 317 Athene en andere griekse steden en maakte zich kort daarop ook meester van de heerschappij over Macedonië. Hij liet Alexander de Grote’s moeder Olympias doden en hield Alexander IV en diens moeder Roxane gevangen totdat hij ook dezen in 310/309 om het leven bracht. Inmiddels was Cassander in 311 door Antigonus, Ptolemaeus en Lysimachus als stadhouder van Europa erkend, maar Antigonus streefde naar de heerschappij over Alexanders gehele nalatenschap en in 307 brak er oorlog tussen hem en Cassander uit. Toen Demetrius Poliorcetes, Antigonus’ zoon, Athene en Griekenland van Cassanders garnizoenen verloste, sloot deze een verbond met Seleucus, Ptolemaeus en Lysimachus, dat tot Antigonus’ nederlaag en dood in de slag bij Ipsus (301 vC) leidde. Cassander stierf kort daarna in 298. Hij was gehuwd met Thessalonice, naar wie hij de door hem gestichte stad → Thessalonica noemde, en had drie zonen, → Philippus IV, Alexander V en Antipater. Zijn dynastie overleefde hem echter slechts vier jaar.Lit. Stahelin (PRE 10, 2293-2313). - M. Fortina, Cassandro, re di Macedonia (Turijn 1965). [Nuchelmans]