Anaximenes (Αναξιμενης), griekse eigennaam:
1. Anaximenes van Milete, zoon van Eurystratus, leerling van Anaximander, griekse natuurfilosoof (ca. 585ca. 525). Van zijn geschriften is niets bewaard gebleven; zijn leer is ons slechts gebrekkig bekend uit berichten van Theophrastus, Aëtius, pseudo-Plutarchus en Hippolytus. Voor Anaximenes is de oersubstantie niet, zoals voor → Thales, het water of, zoals voor → Anaximander, het onwaarneembare en onbepaalde απειρον, maar de kwalitatief bepaalde, voortdurende in beweging zijnde lucht (αηρ). Daaruit ontstaat alles, daarheen keert ook alles terug. Door verdunning (μανωσις, αραιωσις) wordt het vuur gevormd, door verdichting (πυκνωσις) achtereenvolgens wind, wolken, water, aarde en stenen. Alle andere dingen ontstaan door vermenging van deze elementen. Anaximenes is de eerste die de term κοσμος gebruikt ter aanduiding van de wereld als geheel. De aarde is volgens hem een dunne platte schijf die op een luchtkussen rust; het heelal heeft de vorm van een halve bol; zon, maan en sterren zijn ontstaan uit vocht dat uit de aarde opsteeg en door verdunning tot vuur werd. Anaximenes zou ook het eerst een vergelijking tussen makroen mikrokosmos hebben getrokken: zoals de ziel de mens bestuurt, zo ’omvatten’ adem en lucht de gehele wereld.
Lit. Testimonia bij H. Diels/W. Kranz, Die Fragmente der Vorsokratiker 15 (Berlin 1934) 90-96. - H. Frankel, Dichtung und Philosophie des frühen Griechentums2 (München 1962) 306-308.
2. Anaximenes van Lampsacus (ο λαμψακηνος), griekse geschiedschrijver en leraar der welsprekendheid uit de 2e helft van de 4e eeuw vC, leerling van Zoïlus van Amphipolis. Hij zou Alexander de Grote onderwezen en op diens veldtochten vergezeld hebben; overigens is ons van zijn leven weinig bekend.
Van Anaximenes’ historische werken kennen we uit fragmenten:
1. Ελληνκα, een algemene geschiedenis van Griekenland vanaf de oertijd tot de slag bij Mantinea (362 vC).
2. φιλιππικα (Geschiedenis van Philippus); twee grote fragmenten hiervan zijn overgeleverd onder de werken van Demosthenes: een brief van Philippus II aan de Atheners (Demosthenes, ’redevoering’ 12) en een gefingeerde antwoordrede daarop van Demosthenes (Demosthenes, redevoering 11).
3. Τα περι Αλεξανδρον (Geschiedenis van Alexander).
4. Τρικαρανοσ (De driekoppige), een historische satire, geschreven onder de naam van Theopompus om deze gehate historicus in discrediet te brengen, waarin Athene, Sparta en Thebe verantwoordelijk worden gesteld voor de ellendige politieke situatie van Griekenland.
Anaximenes wordt vrij algemeen ook als de auteur beschouwd van een op Aristoteles’ naam tot ons gekomen 'Ρητορικη προς Αλεξανδρον (Welsprekendheid voor Alexander), het eerste volledige handboek der retorica dat wij uit de Oudheid bezitten. In tegenstelling tot de Retorica van Aristoteles is die van Anaximenes uit de praktijk geboren en voor de praktijk bedoeld; zij geeft ons dus een indruk van de vorming der redenaars in de 4e eeuw vC.
Lit. Uitgaven: L. Spengel/C. Hammer, Rhetores Graeci 1 (Leipzig-Berlin 1894) 8-104. F. Jacoby, Die Fragmente der griechischen Historiker IIA, met commentaar in IIC (Berlin 1926) nr. 72. - Brzoska (PRE 1, 2086-2098). - P. Wendland, Anaximenes von Lampsakos (Berlin 1905). V. Buchheit, Untersuchungen zur Theorie des Genos epideiktikon von Gorgias bis Aristoteles (München 1960). L. Pearson, The Lost Histories of Alexander the Great (Philological Monographs, published by the American Philological Association 20, New York 1960). [Nuchelmans]