Het vastleggen van de in- en uitvoer van het bedieningspaneel op een schijvengeheugen als een spoolbestand voor de afdrukeenheid in plaats van of in aanvulling op het laten afdrukken of afbeelden ervan bij het bedieningspaneel van de vituele machine. De gegevens van het bedieningspaneel omvatten berichten, antwoorden, opdrachten of gegevens van of naar het besturingsprogramma en het besturingssysteem van de virtuele machine.
De gebruiker kan de spoolingactiviteiten van het bedieningspaneel op elk gewenst moment aanroepen of afsluiten. Wanneer het spoolbestand van het bedieningspaneel is afgesloten, wordt het een spoolbestand van de afdrukeenheid (VM/SP).