Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Wilhelm ludwig johannsen

betekenis & definitie

Deens botanicus en geneticus (Kopenhagen 3 Febr. 1857 11 Nov. 1927), studeerde pharmacie en later plantenphysiologie. Uit die tijd dateren zijn eerste publicaties over de aether- en chloroformnarcose der planten, die, gedurende de rustperiode der planten voor 1 à 2 dagen toegepast, sommige houtgewassen tot vervroegde bloei bracht.

Hij was de eerste, die op deze manier al in Sept. potplanten van seringen in bloei kreeg. In 1905 werd hij hoogleraar in de plantenphysiologie te Kopenhagen. Hij hield zich toen al enige jaren bezig met erfelijkheidsvragen en na enige kleinere publicaties en voordrachten verscheen in 1903 zijn later bijna klassiek geworden werk Uber Erblichkeit in Populationen und in reinen Linien en in 1905 zijn tweede hoofdwerk Elemente der exakten Erblichkeitslehre. Door de proeven, daarin beschreven, en de nieuwe inzichten in de erfelijkheidsproblemen, heeft hij de grondslagen gelegd van de moderne, experimentele erfelijkheidsleer.In 1914 kreeg hij het eredoctoraat van de Universiteit te Groningen.

< >