Het Vreemdelingenverkeer is een wisselwerking tussen een bezoekende en een ontvangende partij. Bij deze laatste overheerst het economisch motief der dienstverlening door winkelzaken, amusements-, „horecaf”- en verkeersbedrijven. De bezoekers kunnen zowel zakenreizigers als toeristen zijn. Tussen de beide laatste categorieën is geen bepaalde grens te trekken. Het kenmerk van de vreemdeling ligt in het overnachten buiten zijn domicilie. Ook dagbezoekers kunnen in vele gevallen als vreemdeling worden beschouwd. Forensen vallen hier uiteraard buiten.
De functies van het vreemdelingenverkeer liggen op economisch, sociaal en cultureel gebied. Het binnenlands vreemdelingenverkeer vervult hoofdzakelijk een sociale functie. De vacanties van de werkers in ons productieapparaat zijn van wensdroom tot werkelijkheid geworden in het belang van de volksgezondheid en het productievermogen der volkshuishouding. Het binnenlands vreemdelingenverkeer is meestal potentieel sterker en voorts minder onderhevig aan conjunctuursinvloeden. Het buitenlands vreemdelingenverkeer is van groot belang voor de activering van de betalingsbalans.
Het internationale toerisme draagt er toe bij om de mensen en de volkeren tot elkaar te brengen en weg te nemen wat hen scheidt.
GESCHIEDENIS
Het vreemdelingenverkeer is even oud als de menselijke beschaving. In de Oudheid bewoog het verkeer zich hoofdzakelijk op economisch gebied voor de productenuitwisseling tussen de verschillende volken. De oude beschavingen ontwikkelden zich langs de grote rivieren. De geschiedenis leert ons, dat de bloeitijden der grote wereldrijken tevens hoogtepunten van het vreemdelingenverkeer waren.
Zo bereikte het toerisme in de Oudheid een hoogtepunt gedurende de bloeitijd van het Romeinse Rijk en nam practisch een einde bij het uiteenvallen van dit imperium ca 400 n. Chr. Een lichte opleving vond onder Karel de Grote plaats en later weer onder invloed van de Renaissance. De omvang van het vreemdelingenverkeer bleef echter zeer beperkt en een voorrecht der zeer welgestelden tot de komst van de spoorwegen in het midden van de 19de eeuw.
In 1845 legde Thomas Cook in Engeland de grondslagen voor zijn wereldbekende firma. In 1836 verscheen in Duitsland de eerste uitgave van Karl Baedeker’s reisboek. De groei van het vreemdelingenverkeer hield gelijke tred met de ontwikkeling van het gemechaniseerde vervoer. Tot kort vóór het uitbreken van Wereldoorlog I was het vreemdelingenverkeer belangrijker dan ooit te voren in de wereldgeschiedenis. Daarna bereikte het een hoogtepunt in 1929, om gedurende Wereldoorlog II geheel te worden stilgelegd. Het internationale vreemdelingenverkeer heeft thans het peil van 1929 ver overschreden.
De voorwaarden hiertoe zijn vrede, ontwikkeling van de verkeerstechniek, toenemende industriële productie, verbetering van de levensvoorwaarden, uitbreiding van de economische gebieden, een internationale betalingsunie, resp. het openen van de grenzen.
ORGANISATIES TER BEVORDERING VAN HET VREEMDELINGENVERKEER
Deze treft men thans in nagenoeg alle beschaafde landen aan in de vorm van particuliere verenigingen met overheidssubsidie, dan wel als nationale staatsdiensten voor het toerisme. De internationale samenwerking tussen de toporganisaties dezer nationale instellingen, die men van een verticale aard mag achten, bestaat hoofdzakelijk uit jaarlijkse internationale congressen. Op internationaal gebied verdient nog vermelding de in 1949 te Lugano opgerichte ,,Association Internationale d Experts Scientifiques du Tourisme”, die congressen te Lugano (1949), Rome (1951), Madrid (1952) en Wenen (1953) organiseerde. De landelijke organisatie in Nederland bestaat uit ca 600 plaatselijke, provinciale en streekverenigingen, die door hun inlichtingen en propagandadienst de schakels zijn tussen de vreemdeling en het Nederlandse volk. De overkoepelende organisatie is de Algemene Nederlandse Vereniging van Vreemdelingenverkeer te ’s-Gravenhage (1916). Alle V.V.V.’s zijn bij de A.N.V.V. aangesloten.
De voornaamste taken der A.N.V.V. zijn de propaganda in het buitenland en het leiding geven aan de bij haar aangesloten binnenlandse organisaties. Voorts dienen hier nog te worden genoemd de K.N.A.G., de A.N.W.B. en de Nederlandse Jeugdherberg Centrale.
STATISTIEK
Het potentieel van het vreemdelingenverkeer wordt o.a. bepaald door:
1. aantal overnachtingen;
2. omzetten uit hoofde van vreemdelingenverkeer;
3. invloed van het vreemdelingenverkeer op de betalingsbalansen.
De invloed van het buitenlands vreemdelingenverkeer op het economische leven van een land kan o.a. bepaald worden op grond van de samenstelling van de betalingsbalans. Het vreemdelingenverkeer betitelt men ook wel met de term „onzichtbare export”. De inkomsten uit het buitenlands bezoek vormen een bepaald percentage van de creditpost van goederen en diensten.
De wereldgeschiedenis speelt ook een rol. Wij noemen slechts enkele voorbeelden. De curve van Frankrijk stijgt plotseling ten gevolge van de wereldtentoonstelling in 1937 te Parijs. De crisis van 1929-1935 tekent zich duidelijk af in de verschillende curven. Het afbreken der curven van Italië en Duitsland geruime tijd voor het uitbreken van Wereldoorlog II is het gevolg van het feit, dat door de toenmalige regeringen van deze landen geen cijfers voor de betalingsbalansen meer werden gepubliceerd. Wereldoorlog II kondigt zich aan door de plotselinge daling na 1938; de sterkste invloed is uiteraard in de jaren 1939-1946 voelbaar.
Pas in 1946 werden weer gegevens over het toerisme gepubliceerd. Het beeld dat het internationale verkeer na Wereldoorlog II vertoont is echter geheel verschillend van dat na Wereldoorlog I. De structuur van het internationale toerisme heeft dus belangrijke wijzigingen ondergaan.
J. NIKERK
Lit.: Balances des paiements (Genève 1930-38, Soc. des Nations); Etudes relatives au tourisme considéré comme facteur de F économie internationale (Genève 1936, Soc. des Nations); W. Hunziker en K. Krapf, Grundriss der allg. Fremdenverkehrslehre (Zürich 1942); J. Nikerk, Vreemdelingenverkeer (Gorinchem 1946, Noorduyn’s Wetensch. reeks no 27); Beschouwingen betr. de wederopbouw der Noordzeebadplaatsen (1948, Publ. v. d. Rijksdienst voor het Nat.
Plan no 1); Onderzoek naar de vacantiebesteding buiten de woonplaats in 1947 (1949, id. no 4); Doelmatige vacantieaccommodatie (1950, id. no 5); J. Nikerk, L’influence du tourisme sur la vie économique; Balance of payments yearbook, uitg. v. h. Int. Mon. Fund (Washington 1947— 1952); Int. Travel Statistics 1947/51, Western Europe’s Tourist Trade 1948, uitg. v. d.
Brit. Travel Ass. Tijdschrift: Revue de Tourisme (The Tourist Review), Red. Gurtengasse 6, Bern.
Gepubliceerd op 18-10-2023
VREEMDELINGENVERKEER
betekenis & definitie