Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

VOORWAARDELIJKE VEROORDELING

betekenis & definitie

noemt men de onvoorwaardelijke veroordeling, waarbij bevel wordt gegeven, dat de straf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een bij het bevel bepaalde proeftijd heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit, dan wel gedurende die proeftijd zich op andere wijze heeft misdragen of een bijzondere voorwaarde, welke bij het bevel mocht zijn gesteld, niet heeft nageleefd (art. 14a NEDERLANDS W.v. Sr.).

Voorwaardelijke veroordeling is slechts mogelijk bij gevangenisstraf van ten hoogste één jaar, bij hechtenis en bij geldboete. Het bevel van niet-tenuitvoerlegging geldt tevens voor de bijkomende straffen, tenzij de rechter anders bepaalt. Het bevel kan ook gegeven worden voor een gedeelte van de vrijheidstraf. Naast de voorwaardelijk opgelegde vrijheidstraf kan de rechter ook geldboete opleggen. De proeftijd bedraagt bij misdrijven ten hoogste drie jaar, bij overtredingen, behoudens enkele uitzonderingen, twee jaar (art. 14b W.v.Sr.).De bijzondere voorwaarden moeten betreffen het gedrag van de veroordeelde; speciaal zijn genoemd in de wet de verplichting, opgelegd om de schade te vergoeden, en de verplichting om zich ter verpleging op te laten nemen in een aangewezen inrichting (art. 14c W.v.Sr.).

Het Openbaar Ministerie houdt toezicht op de naleving van de voorwaarden. Door de rechter kan aan een reclasseringsvereniging of een reclasseringsambtenaar opdracht gegeven worden de veroordeelde hulp en steun te verschaffen (art. i4d W.v.Sr.). Bij het plegen van een strafbaar feit of het niet-naleven van de voorwaarden kan het O.M. daarvan aan de rechter kennis geven en vorderen dat de straf zal worden ten uitvoer gelegd, of dat de voorwaarden worden gewijzigd, of dat de proeftijd zal worden verlengd. Die verlenging geschiedt voor ten hoogste de helft van de maximum termijn (art. i4g W.v.Sr.). De veroordeelde moet worden gehoord (art. 14I W.v.Sr.). Tegen de rechterlijke beslissing is geen rechtsmiddel mogelijk.

De voorwaardelijke veroordeling is in het Nederlands wetboek opgenomen in 1915. De bedoeling er van was tweeërlei: het beperken van de declasserende korte vrijheidstraf, en het bevorderen van de reclassering. In 1929 werd mogelijk gemaakt de combinatie van voorwaardelijke en on voorwaardelijke straf. In 1949 werden 28,6 pct der gevangenisstraffen, 85 pct der tuchtschoolstraffen, 21,1 pct der principale hechtenis, en 0,3 pct der geldboetes voorwaardelijk opgelegd. In 1949 eindigde ca 95 pct gunstig, nl. zonder dat herroeping nodig was, dat percentage was voor de gedeeltelijk voorwaardelijke straffen ca 94 pct.

Dezelfde doeleinden, die met de voorwaardelijke veroordeling worden nagestreefd, kunnen bereikt worden met de voorwaardelijke niet-vervolging door het Openbaar Ministerie (artt. 244 lid 3, 245 lid 4, 488 W.v.Sv.), en de voorwaardelijke niet-tenuitvoerlegging in afwachting van te verlenen gratie. Laatstgenoemde handelwijze heeft geen wettelijke basis, en is eigenlijk met de wet in strijd, daar als regel geldt dat de rechterlijke beslissing zo spoedig mogelijk moet worden ten uitvoer gelegd (art. 561 W.v.Sv.).

Lit.: W. P. J. Pompe, Handb. v. h. Ned. Strafr. 4de dr. (Zwolle 1953), blz. 385 v.v.; W.

F. C. van Hattum, Hand- en Leerb. v. h. Ned. Strafr., dl 1 Alg. Leerst. (Arnhem - ’s-Gravenhage 1953), blz. 604 v.v.

In BELGIË werd de voorwaardelijke veroordeling ingevoerd door de wet van 31 Mei 1888 en gewijzigd door de wet van 14 Nov. 1947, art. 1-4. Volgens deze laatste wet kan voorwaardelijkheid van de straf worden toegestaan door de hoven en rechtbanken indien de gevangenzetting twee jaar niet te boven gaat en de veroordeelde vroeger niet veroordeeld werd tot een lijfstraf of tot een gevangenzetting die meer dan drie maanden als hoofdstraf bedroeg.

De schorsing van de strafuitvoering kan maximum voor vijf jaar uitgesproken worden. Indien de veroordeelde tijdens de vastgestelde termijn geen nieuwe veroordeling tot een lijfstraf of tot een gevangenzetting van meer dan een maand oploopt, zo zal de veroordeling waarvan de uitvoering geschorst werd als niet bestaande geacht worden. In tegenovergesteld geval zullen de straffen voor dewelke de voorwaarde verleend werd met de nieuwe straffen gecumuleerd worden en samen uitgevoerd.

< >