Duits politicus (Eisleben, Kreis Minden, 19 Nov. 1903 - in Frankrijk 26 Juni 1943), sedert Juni 1940 „Generalkommissar zur besonderen Verwendung” in het bezette Nederland, was de belangrijkste Duitse figuur voor de binnenlandse politiek in Nederland, belast met de gelijkschakeling van het openbare leven in nat.-soc. zin. Onder de Duitsers was hij de voornaamste protector van de N.S.B.
Een scherpe tegenstelling groeide tussen hem en de S.S. onder Rauter en toen Schmidt door een val uit de trein tussen Calais en Parijs om het leven kwam, werd vrijwel algemeen gedacht, dat hij vermoord was, terwijl de officiële lezing van een ongeluk sprak. Op grond van na-oorlogse onderzoekingen kan echter als zeker worden aangenomen, dat hij zelfmoord pleegde.