Engels generaal (28 Nov. 1901), verkreeg in Nederland bekendheid als bevelhebber van de Eerste Britse Luchtlandingsdivisie in de Slag om Arnhem.
Hij werd na een opleiding aan de Royal Military College te Sandhurst in 1920 officier. In 1941 -’42 voerde hij het bevel over de 2de D.C.L.I. (Duke of Cornwall's Light Infantry) en in 1942-43 was hij in Noord-Afrika als G.S.O. I (general-staff-officer 1) bij de 51ste Highlanddivisie en kreeg daarna het bevel over de 231 Malta Brigade, nam deel aan de strijd op Sicilië en aan de landing in Italië om nog in 1943 de functie waar te nemen van Brigade-Generaal in de staf van het 12de Korps.
Urquart was in 1944-’45 commandant van de Britse iste Airborne-Division en op 17 Sept. 1944 landde hij uit de lucht met zijn divisie in het gebied westelijk van Arnhem. Zijn opdracht behelsde het innemen met zijn troepen van een bruggehoofd op de noordelijke oever van de Neder-Rijn bij Arnhem en dit vast te houden ten behoeve van het Engelse 2de leger, hetwelk van de Belgisch-Nederlandse grens dwars door Noord-Brabant zou oprukken naar de Veluwe. De Britse luchtlandingsdivisie heeft haar opdracht niet kunnen volbrengen en is, toen het Engelse 2de leger niet tijdig kwam opdagen, ten onder gegaan. Na te Oosterbeek aan de landzijde te zijn ingesloten is Urquart in de nacht van 25/26 Sept. 1944 met slechts 2000 hem nog overgebleven manschappen met moeite over de Rijn kunnen ontkomen en daardoor aan gevangenneming ontsnapt.
Na de oorlog was Urquart in 1945-’46 aan het War-office en kreeg in 1946 de effectieve rang van generaal-majoor. Hij trad in 1947 en 1948 achtereenvolgens op als G.O.C. van de 16de Airborne-division en de Territorial Army om van 1948-1950 het bevel te voeren over het Lowland-district. Van Aug. 1950 tot Juli 1952 verbleef Urquart op Malaka als commandant van het Malakadistrict en van de 17de Goerkha-divisie. De 21ste Juli 1952 kwam Urquart te Wenen aan waar hem het opperbevel werd opgedragen over de Britse troepen in Oostenrijk.
LUIT.-GEN. D. A. VAN HILTEN.