Duits geneeskundige (Bonn 15 Nov. 1834-5 Dec. 1863), promoveerde te Bonn in 1856, werkte te Berlijn onder Virchow en vestigde zich daarna in 1858 te Bonn. Hij is bekend door zijn microscopische en klinische onderzoekingen.
Bibi.: Untersuchungen über die Schnecke der Vögel, Beiträge zur Histologie der quergestreiften Muskeln ( 1861 ) ; Ueber das innere Gehörorgan der Amphibien (1862). In de Deutsche Klinik van 1849 schreef hij een artikel over de cellenleer en over: Merkwürdige Scharlachlalle.