Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

OEVERAFSCHUIVING

betekenis & definitie

is in het algemeen elke inkalving of uitzakking van een oever, meer in het bijzonder de plotselinge, zonder enig voorteken plaatshebbende verzakking of wegschuiving van soms belangrijke hoeveelheden grond aan de oevers der Zeeuwse stromen. Heeft de weggevallen oppervlakte achter de laagwaterlijn een segmentvorm, dan spreekt men van afschuiving. Is zij schelp-of komvormig, d.i. landwaarts verwijdend, dan spreekt men van oeverval. Gaat ook de dijk gedeeltelijk of geheel verloren, dan spreekt men van dijkval. Het verschijnsel doet zich meestal voor bij lage ebbestand, voorafgegaan door betrekkelijk hoge vloed, en wordt verklaard door de door de vloedstand verhoogde hydrostatische druk in de weinig samenhangende diluviale zandlagen, welke druk voldoende kan zijn om bij laag water en dus sterk verminderde tegendruk de zandmassa buitenwaarts te doen uitvloeien.

< >