genoemd naar de voormalige eigenaar van dit gebied, de graaf van Bedford, is een stad aan de mond van de Acushnet River in de Buzzard Bay (oostkust der V.S.) in Bristol County (Massachusetts) met (1950) 109030 inw. (Groot New Bedford, waartoe men o.a. Fall River rekent: 274 300 inw.).
De eerste nederzetting ontstond in 1640, in 1787 kreeg New Bedford stadsrechten en lange tijd was het voor de walvisvaart de voornaamste haven ter wereld. De diepzeevisserij is nog steeds een belangrijke factor in het economische leven. De haven onderhoudt bootdiensten met de eilanden Martha’s Vineyard en Nantucket. In de 19de eeuw legde men zich op de vervaardiging van textielwaren toe, vooral katoen- en zijdeproducten, waarnaast nog de glasblazerijen en sinds de jaren 30 de speldenfabricage te noemen zijn. Gedurende de Vrijheidsoorlog was de haven het ontmoetingspunt voor talrijke Amerikaanse kapers, hetgeen in 1778 tot een Engelse invasie leidde, waarbij de stad vrijwel geheel verwoest werd. In de 19de eeuw ontstond in deze stad vooral door de grote invloed der Quakers een abolitionistische beweging, waardoor New Bedford een veelgebruikt station werd aan de „Underground Railway”, die negerslaven uit de Z. staten naar Canada smokkelde.
