of Morstin, Poolse familie van Duitse burgerlijke oorsprong, welker leden zich onderscheidden door levendige en onafhankelijke geest en opmerkelijke kunstzin. Sedert het einde van de 16de eeuw bekleedden zij een aanzienlijke plaats in de antitrinitarische gemeenschap: Faustus Socinus zelf huwt een Morsztyn.
De laatste koning van Polen, Stanislaus Augustus Poniatowski, was een afstammeling langs vrouwelijke zijde van het geslacht.De belangrijkste figuur uit de familie is: Jan Andrzej Morsztyn (bij Krakau 1613 Chateauvilain, Haute-Marne, 8 Jan. 1693), die, tot het Katholicisme teruggekeerd, een prachtige en bewogen carrière maakte: hij was vertegenwoordiger bij de Landdag, diplomaat (hij tekende de vrede van Oliva, 1660), thesaurier van het rijk in 1668. Als leidende figuur van de Frans gezinde partij was hij verplicht in 1683 de wijk naar Frankrijk te nemen onder de bewezen beschuldiging van landverraad. In zijn jeugd (tot 1661) was hij wellicht de begaafdste Poolse dichter uit de 17de eeuw. Italianiserend, liefhebber van „concetti” en ondeugende en geestige zetten, schreef hij met verbluffend gemak een sensuele en in de grond cerebrale poëzie, die slechts zelden en toevallig een waarachtig gevoel of een diepe gedachte weergeeft, maar die door haar overladen versiering de barokke smaak naar het Rococo leidde. Een ander kenmerk is zijn scherp uitdagend cynisme, dat schril afsteekt bij de hypocrisie van het toenmalige gezelschapsleven. Een ander blijk van zijn onafhankelijkheid van geest is zijn bewerking van de Cid van Corneille, die in 1661 werd opgevoerd en lange tijd zo goed als de enige getuigenis van de belangstelling van het barokke Polen voor het Franse classicisme was.
Lit.: Porembowicz, A. M. (Krakow 1893).