Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Ludwig WITTGENSTEIN

betekenis & definitie

Oostenrijks filosoof (Wenen 1889 - Cambridge 29 Apr. 1951), ontving zijn opleiding te Wenen, Charlottenburg en Cambridge en studeerde mathematische logica bij Bertrand Russell. Van 1931 af was hij verbonden aan de universiteit van Cambridge, van 1939-1947 als hoogleraar in de filosofie.

Hij heeft vooral grote bekendheid verworven door zijn Tractatus logico-philosophicus (Londen 1922). Hij stelt zich daarin ten doel, de kennistheorie te vervangen door een zuiver logische taaltheorie. Hij heeft zeer grote invloed uitgeoefend op de ontwikkeling van het hedendaagse Engelse en Amerikaanse wijsgerige denken (de zgn. analytische richting), en vooral ook stimulerend gewerkt bij het ontstaan van het logisch of Neo-positivisme (Wiener Kreis, Neurath en Carnap).Bibl. (behalve het Tractaat): Philosophical Investigations (vol. i, London 1953).

Lit.: J. Joergensen, The Development of Logical Empiricism (Chicago 1951).

< >