Frans schrijver (Saint-Brieuc 15 Jan. 1899), voortgekomen uit een arbeidersmilieu, was enige tijd boekhouder en werd te Parijs vertaler bij de Intransigeant. Zijn letterkundige arbeid staat volgens eigen verklaring onder de invloed van M.
Gorki*, R. Rolland* en J. Vallés*. Door zijn roman Le Sang noir (1935) plaatst hij zich tussen de beste schrijvers van zijn tijd. In dit boek, een wrede, maar bijna hallucinerende evocatie van „een brok leven” in een klein stadje achter het oorlogsfront, hekelt de schrijver de bekrompen zelfzucht van de burgerij met haar vals patriotisme.Vermeldenswaard is de reis van Guilloux naar Rusland in 1936 met A. Gide, E. Dabit en Jef Last. De laatste jaren werkte hij aan het verzamelen van het dossier voor een enorme roman Le Jeu de patience (1949).
Bibl.: La Maison du peuple (1927);Dossier confidentiel(1930); Compagnons (1931); Souvenirs sur G. Palanté (1931); Hyménée (1932); Le Lecteur écrit (1933); Angélina (1934); Histoires de Brigands (1936).
Lit.: F. Lefèvre, Une heure avec. G.
