„compartimento” (gewest) in N.W.Italië, 5410 km2 met (1949) 1 518000 inw., gevormd door de provincies Imperia, Savona, Genua en Spezia, strekt zich vanaf de Frans-Italiaanse grens uit rond de Golf van Genua en Ligurische Zee. Het omvat de zuidelijke en de westelijke hellingen van de Zee- en Ligurische Alpen resp. van de noordelijke Apennijnen en de smalle kustvlakten aan de voet daarvan.
De Cadibonapas (475 m), de Navapas (1020 m), de Scofferapas (740 m), maar bovenal de Giovipas (515 m) geven een goede verbinding met de Noorditaliaanse laagvlakte.Het milde klimaat maakt niet alleen een intensieve teelt van druiven, citrusvruchten, olijven en groenten in de kustvlakten mogelijk, maar deed ook deze streek zeer in trek komen als toeristen- en gezondheidsoord. Het is de Italiaanse Riviera (Riviera di Ponente en Riviera di Levante) met als voornaamste toeristenoorden Ventimiglia, San Remo en Rapallo. Behalve in landbouw en vreemdelingenverkeer vindt de bevolking een bestaansbron in de industrie, die vooral in de havensteden is geconcentreerd. Imperia heeft oliebereiding; Savona: metaal-, machine- en chemische nijverheid; Genua: scheepsbouw, metaal-, machine-, textiel- en voedingsmiddelenindustrie; Spezia: wapenindustrie. San Giusseppe di Cairo, met chemische en cokesfabrieken, is het enige in het binnenland gelegen industriële centrum. Bij het verdrag van 10 Febr. 1947 werd een strook grond aan de westgrens door Italië aan Franrijk afgestaan.
H. A. BOMER.