Duits regisseur (Koningsbergen i. Pr. 3 Mrt 1878 - in de V.S. 1945), tot 1905 ook toneelspeler.
Van 1900-1904 bereisde hij Europa; van 1905-1915 was hij regisseur aan het Thalia-theater te Hamburg, van 1915-1919 directeur van het Neue Schauspielhaus te Koningsbergen, van 1919-1930 intendant en generaal-intendant van het Staatstheater te Berlijn, daarna tot 1933 regisseur van dit theater, tevens leider van de Toneelschool aldaar. Uitgeweken was hij nog werkzaam te Jeruzalem, Wenen, Londen en Warschau. Jessner is een belangrijk hervormer der regie geweest. Hij ontwikkelde zijn stijl van de idee der stukken uit en vond daarbij nieuwe middelen in de werking van tempo, beweging, groepering en décors met symbolische waarde. Beroemd waren o.m. zijn opvoeringen van Büchner’s Dantons Tod, Ibsens Peer Gynt, voorts Wilhelm Teil, Richard III, Hamlet.Lit.: K. Th. Bluth, L. J. (1928); F. Ziege, L. J. und das Zeittheater (1928); J.
Bab, Das Theater der Gegenwart (1928); H. Ihering, Reinhardt, J., Piscator oder Klassikertod (1929).
