provincie in Belgisch-Kongo, groot 496965 km2 (2,5 inw. per km2), telt (1948) 1 242 000 inw., van wie 16 400 blanken (o.w. 12 000 Belgen). De inlanders behoren meestal tot de Baloenda-, Baloeba-, Bayeke- en Balambagroeperingen.
De gehele provincie behoort tot het savannegebied. In het Z., waar de bodem stijgt tot 1500 m, zijn de voorwaarden gunstig voor kolonisatie van blanken. De mijnindustrie, tin, cobalt, radium en vooral de koperontginning beheersen de economie van de provincie. Het wegennet bedraagt ruim 20 000 km. De provincie wordt verdeeld in vier districten: Opper-Katanga (hoofdpost: Elisabethstad); Loealaba (hoofdpost: Jadotstad); Opper-Lomami (hoofdpost: Kamima); Tanganika (hoofdpost: Albertstad). Elisabeth vormt de hoofdplaats der provincie.Lit.: R. J. Cornet, K. (Bruxelles 1943); Comtesse Ruby d’Oerschot, L’exploration du K., African World, X (1949).