Duits schrijver (Jena 1735 - Weimar 28 Oct. 1787), studeerde theologie en werd in 1770 leraar aan het gymnasium te Weimar. Van Musäus is vooral nog bekend zijn werk Volksmärchen der Deutschen (5 dln, 1782-1786), waarin vnl. volkssagen (als van Rübezahl) met rationalistische tendenz, satirisch en moraliserend, bewerkt zijn; zij zijn door P.
Zaunert opnieuw uitgegeven (2 dln, 1912).Bibl.: Grandison der Zweite (roman; 2 dln, 1760-1762; later omgewerkt als: Der deutsche Grandison (2 dln 1781-1782); tegen de romans van Richardson); Physiognomische Reisen (4 afl., 17781779; tegen Lavater gerichte satire); Nachgelassene Schriften (uitg. d. A. von Kotzebue, 1791).
Lit.: M. Müller, M. (1867); A. Ohlmer, M. als satirischer Romanschriftsteller, diss. München (1912); E. Jahn, Die Volksmärchen der Deutschen (1914).