Duits Evangelisch godgeleerde en de vader der Inwendige Zending (Hamburg 21 Apr. 1808 - 7 Apr. 1881), kwam reeds op 18-jarige leeftijd in jeugdzorg, studeerde te Berlijn o.m. onder Schleiermacher, werkte als student onder armen en gevangenen, en werd in 1832 aan de Zondagsschool van Rautenberg te Hamburg aangesteld. Om aan de ellende onder de verwaarloosde jeugd tegemoet te komen, stichtte men het Rauhe Haus, aan het hoofd waarvan Wichern met zijn moeder en zuster kwam te staan.
Dit is uitgegroeid tot een groot reddingscentrum, geleid door „liefde en geduld”.In het revolutiejaar 1848 trad Wichem op de Wittenberger Kirchentag op met de leuze, dat de Kerk evengoed de liefde als het geloof behoort te bezitten en uit te oefenen, waarop hij, op uitnodiging van de centrale commissie voor de zgn. Inwendige Zending, over dit onderwerp een rapport in boekvorm schreef, dat nog heden ten dage als een model voor de theorie en de practijk der Inwendige Zending gelden kan. Wichem werd Oberkonsistorialrat te Berlijn, hervormer van het gevangeniswezen en stichter van het Evangelische Johannesstift aldaar (1858). Als opvoeder en als sociaal profeet zowel als man van de daad kent de 19de eeuw nauwelijks zijns gelijke.
Lit.: Ges. Schriften ed. J. W. u. F. Mahling, 6 dln (1901-’08); M.
Gerhardt, J. H. W., 3 dln (1927-31); E. Schick, J. H. W. (1946); F. Mahling, Die Innere Mission, 2 dln (1935-37).