Deens-Duits portretschilder (Kopenhagen 1716 - Hannover 4 Mrt 1776), was leerling van zijn vader en een neef van de voorafgaande. Ca 1740 vertrok hij naar Duitsland waar hij werkte aan verschillende vorstenhoven.
Hij ontwikkelde zich onder invloed van de grote Engelse portretschilders van de 18de eeuw en van de Fransman H. Rigaud. De invloed van deze laatste spreekt vooral uit zijn portretten van Willem V en echtgenote, geschilderd tijdens een kort verblijf in Den Haag, waar hij in 1768 lid van het gilde werd. Daarna woonde hij nog te Hannover, Brunswijk en Berlijn. Zijn latere portretten kenmerken zich door eenvoud en natuurlijkheid, pogingen tot psychologische uitdrukking en technisch en decoratief raffinement. Hij had vele medewerkers, o.a. zijn dochter Elisabeth, die zich speciaal op de costuums toelegde. Tot zijn origineelste werken behoren zijn geschilderde schetsen.Lit.: F. F. Kuntze, J. G. Z., diss., Erlangen (1932).