Duits wijsgeer, psycholoog en paedagoog (Oldenburg 4 Mei 1776 - Göttingen 14 Aug. 1841), was hoogleraar te Koningsbergen (1809) en te Göttingen (1833). Hij was de meest betekenende denker van de oppositie tegen het Duitse idealisme, maar is toch door zijn paedagogische en psychologische denkbeelden bekender geworden dan door zijn wijsgerige.
De wijsbegeerte heeft volgens hem de bewerking der begrippen tot taak, wat bijv. in de metaphysica tot hun aanvulling aanleiding geeft. Herbart constateert vier hoofdtegenspraken: bij de problemen van de inhaerentie, van de verandering, van het continue en van het ik. Voor hun oplossing gebruikt hij zijn leer der realen: enkelvoudige, reële wezenheden, die elk één kwaliteit vertegenwoordigen („kwalitatief atomisme”). Deze realen handhaven zich ook bij wederkerige doordringing en storing. Ook de ziel is een reale — met een prae- en een postexistentie, — haar afzonderlijke voorstellingen trachten zich ook te handhaven en daarbij belemmert de een de ander om tot in het centrum van het bewustzijn op te stijgen. Zo ontwerpt hij een mechanica der voorstellingen, een leer waarbij de Nederlander Heymans zich gedeeltelijk aansloot.
Apperceptie is de opneming van voorstellingen door een reeks van andere voorstellingen. In het algemeen is zijn psychologie intellectualistisch. In de kennistheorie is Herbart realist: de schijn verwijst naar een zijn, dat indirect gekend kan worden. De ethiek wordt door hem in afhankelijkheid gezien van aesthetische oordelen van smaak. Herbart was een der eersten, die een systematische paedagogiek ontwierpen. Hij onderscheidt het doel der opvoedkunde: een zedelijk sterk karakter, van haar psychologische middelen.
Herbart heeft vrij wat school gemaakt: als psychologen sloten zich bij hem aan Drobisch en Waitz, als taalpsychologen Lazarus, Steinthal en Otto Flügel (die een Herbartiaans tijdschrift redigeerde), als opvoedkundigen T. Ziller en W. Rein. In Nederland waren Herbartianen J. Geluk en H. de Raaf (1840-1921), die te zamen van 1890-1908 een opvoedkundig tijdschrift in zijn geest uitgaven. j. j. POORTMAN