Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Jean CASSOU

betekenis & definitie

Frans romanschrijver, criticus en dichter (Deusto, bij Bilbao, 9 Juli 1897), is een der beste kenners van de Spaanse literatuur en kunst, blijkend uit zijn vertalingen van R. G. de la Serna en Unamuno, zijn studies over Philips II, Cervantes en El Greco en zijn Panorama de la littérature contemporaine espagnole (1931).

Sedert 1917 verzorgt hij de kroniek der Spaanse letteren in de Mercure de France. Zijn liefde voor vrijheid inspireerde hem tot zijn hallucinerend visioen van de opstand der Commune, Les Massacres de Paris (1935), zij bracht hem ook op de gevaarlijke post van leider van het verzet in Z.W.-Frankrijk tijdens het bewind van Vichy, minder verwonderlijk misschien voor wie ook zijn Eloge de la Folie (1925) had gelezen. Zelfs daar vond hij nog zijn muze: Trente-trois Sonnets de captivité (Editions de Minuit). Als scherpzinnig kenner der poëzie had hij zich reeds doen kennen in zijn critieken, verzameld als Pour la poésie (Paris 1935). Genezen van zijn verwondingen werd hij na de bevrijding professor in de kunstgeschiedenis en conservator aan het Museum voor Moderne Kunst.DR R. WIARDA

Bibl.: Behalve de reeds genoemde werken nog romans: Les Harmonies viennoises (1926); Le Pays qui n’est a personne (1928); La Clef des songes (1929); Sarah (1931); Comme une grande Image (1931); Souvenirs de la Terre (1931); Les Inconnus dans la Cave (1933); Le Centre du Monde (1945). „Vies romancées”: Frédégonde (1928); Vie de Philippe II (1929); historisch essay: Quarante-huit (1948).

< >