Vlaams architect en beeldhouwer, leefde te Brussel in het laatste kwartaal van de 17de eeuw, werd er meester in 1678 en overleed in 1708. Hij vervaardigde enkele apostelbeelden, o.m.
St Bartholomeus, in de Kapellekerk te Brussel, en was wellicht met Faidherbe werkzaam in de kapel van Thurn en Taxis in O.L.V. ten Zavel. Hij trad vooral als architect op, na de beschieting van Brussel door Villeroy in 1695; toen herstelde of herbouwde hij sommige huizen op de Grote Markt; in 1696-1697 ontwierp hij misschien het Bakkershuis, genaamd „de Coninck van Spagnien” waarvan het beeldhouwwerk zeker van zijn hand is; in 1697 herstelde hij het „Vettenwariershuys” of,,Cruywagen”, in 1699 het „Broodhuis” en bouwde in 1697 het huis „Bellone” op de Vlaamsche Steenweg. Hij blijkt aanhanger te zijn geweest van een bezadigd klassicerende barok; omstreeks 1697 neigen zijn beeldhouwwerk en vooral zijn versieringsmotieven beslist naar de rococo. Van hem is ook ivoorwerk bekend (in het Bayerisches Nationalmuseum te München).DR JUL. GABRIËLS
Lit.: E. Marchal, La sculpture et les chefs d’oeuvre de l’orfévrerie (1895); G. des Marez, Guide illustré de Bruxelles (1918).