Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

Hugo Rudolph KRUYT

betekenis & definitie

Nederlands chemicus (Amsterdam 3 Juni 1882), studeerde te Amsterdam onder Bakhuis Roozeboom, en werd achtereenvolgens lector te Groningen en te Utrecht, waarna in 1916 zijn benoeming volgde tot buitengewoon, in 1921 tot gewoon hoogleraar in de physische chemie aan de Rijksuniversiteit te Utrecht, welk ambt hij in 1946 neerlegde. Hij is thans voorzitter van T.N.O., de organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek in Nederland.

Daarnaast vervult hij talrijke leidende functies in internationaal verband, o.a. bij de Unesco, de Union Internationale de Chimie en de overkoepelende organisatie van deze internationale wetenschappelijke „Unions”.Hij is een van de grondleggers van de moderne colloïdchemie, waardoor hij zich grote bekendheid verwierf. Naast zijn wetenschappelijk werk heeft Nederland ook op organisatorisch gebied veel aan hem te danken. Grote belangstelling verkreeg zijn brochure over de inrichting van het hoger onderwijs, waarin hij voor een vernieuwing pleitte.

Bibl.: De dynamische allotropie der zwavel,diss. (1908); Inleiding tot de physische chemie, de colloidchemie in het bijzonder (11de dr., 1947); Colloids (2de dr., New York 1930; ook in het Frans); Hoogeschool en Maatschappij (1931, herdr. i. 1946); Colloid Science II, 1949, met een aantal medewerkers; een 300-tal publ. in binnen- en buitenl. tijdschr.

Lit.: E. Cohen, H. R. K. i9o8-’33 met een bibliographie, in: Chem. Weekblad XXX (1933).

< >