Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

Henri FANTIN-LATOUR

betekenis & definitie

(Ignace) (Jean Theodore), Frans schilder van stillevens en portretgroepen en graficus (Grenoble 14 Jan. 1836 - Buré 25 Aug. 1904), woonde reeds als kind te Parijs, waar hij les nam bij Lecocq de Boisbaudran, tot wiens beste leerlingen hij behoorde. De ware leerschool van Fantin-Latour was echter het Louvre, waar hij copieerde.

Vooral Delacroix trok zijn bewondering, en meer dan in de Impressionnisten kan men in hem de sporen van diens werk terugvinden. Zijn verbondenheid met het Impressionnisme is vluchtig en kort van duur. Wel koos hij openlijk partij voor de nog miskende Edouard Manet, door op de Salon van 1867 diens portret in te zenden; wel onderging hij ook de invloed van Claude Monet, vooral in zijn vroege werk. Maar toen Monet meer en meer evolueerde naar het zuivere Impressionnisme en evenals zijn medestanders aan Delacroix ontgroeide, bleef Fantin-Latour aan de laatste trouw. Hij wilde niet, zoals de Impressionnisten, enkel schilderen wat hij zag. Hij weerde evenmin het verhaal en de legende van zijn doeken en schilderde bij voorkeur wat hij niet kon zien: zijn dromen en verbeeldingen.Zo werd hij de schakel die het heden verbindt met de romantiek, waarbij hij zelf zonder voorbehoud aan de kant van de romantiek bleef staan.

In het werk van Fantin-Latour openbaart zich vooreerst de man, die na het beluisteren van de muziek, thuis de helden deed herleven, die hij op het toneel had gezien; en voorts de man, die vreest zich te verliezen in het rijk der ideeën, die er voor terugdeinst, zijn fantasie de vrije loop te laten, gewaarschuwd door het woord van Courbet: „schilder niet meer dan je ziet”. Die laatste Fantin-Latour is het, die dan zijn toevlucht neemt tot het panthéon der doden, en daar in de leer gaat bij de Hollanders, bij Frans Hals vooral.

Die vruchtbare tweeslachtigheid beheerst zijn werk. Hij is tegelijk visionnair en vol werkelijkheidszin, geneigd tot ongebreidelde verbeelding en toch met ongelofelijke aandacht en toewijding verliefd op de werkelijkheid. Misschien is die tegenstelling verklaarbaar van zijn afstamming uit. Russisch, Frans en Italiaans bloed bepaalden zijn aanleg.

Fantin-Latour maakte enkele grote portretten van tijdgenoten. De Coin de Table, die nu in het museum der Impressionnisten van de stad Parijs hangt, verenigt een groep dichters, van wie Verlaine en de toen zeer jeugdige Rimbaud wel de bekendsten zijn. In L’Hommage à Delacroix is hij misschien het best geslaagd in de bedoeling, die hij met dat soort schilderijen had; van keuze en compositie is het zeer goed. Whistler, Legros, Manet en Braquemont omringen Delacroix; zo wilde Fantin de invloed beklemtonen, die Delacroix op elk van hen had uitgeoefend, en bovendien, dat deze de voorzaat van het Impressionnisme was. Fantin bezocht in 1859 Whistler in Engeland; behalve een verblijf in Bayreuth, waartoe een vriend hem in staat stelde, was dat zijn enige buitenlandse reis.

Op grafisch gebied onderscheidde Fantin-Latour zich door een aantal figuren, die hij miskend achtte, te portretteren. Voorts dienden hem legenden en sagen tot onderwerp. Bij uitstek romantisch is de conceptie van die gegevens. Evenals voor Baudelaire is Wagner voor hem een bron van beelden, die hij meer dan om hun plastische mogelijkheden kiest om de gevoelssfeer die zij met zich mee dragen.

CH. WENTINCK

Lit.: A. Jullien, Fantin-Latour, Sa Vie et ses Amitiés (Paris 1909); G. Kahn, F.-L. (Paris 1926, Maîtres de l’Art Moderne, no 12) ; G. Hédiard, F.-L., Catalogue de l’Œuvre lith. du Maître etc. (Paris 1906); L. Bénédite, F.-L. (Paris 1902); R. Bouyer, peintre mélomane, F.-L. (Paris 1895).

< >