Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

HANDELINGSBEKWAAMHEID

betekenis & definitie

Rechtsbevoegdheid is de bevoegdheid om rechten te hebben. Vroeger misten slaven rechtsbevoegdheid.

Zij waren voor het recht geen subjecten, geen personen. Ze bezaten geen rechtspersoonlijkheid. Deze komt thans toe aan alle mensen (natuurlijke personen) en bovendien aan de zgn. rechtspersonen*.Niet ieder die rechtsbevoegd is kan zelfstandig rechtshandelingen verrichten. Het NEDERLANDS B.W. houdt de woorden handelingsbekwaamheid en handelingsbevoegdheid niet scherp uiteen en verklaart in art. 1365: „Een ieder is bevoegd om verbintenissen aan te gaan, indien hij daartoe door de wet niet onbekwaam is verklaard”. In de rechtsleer onderscheidt men bekwaamheid als betrekking hebbend op de algemene rechtstoestand en bevoegdheid als betrekking hebbende op het aangaan van een bepaalde rechtshandeling. Handelingsonbekwaam moeten dan heten de minderjarigen, de onder curatele gestelden en ook de krankzinnigen in een gesticht. Minderjarigen en onder curatele gestelden worden bij rechtshandelingen vertegenwoordigd door hun wettelijke vertegenwoordiger die voor hen handelt. Ook de gehuwde vrouw is onbekwaam zichzelf door rechtshandelingen te verbinden*. Zij behoeft de machtiging of bijstand van haar man, maar als ze die heeft verkregen, handelt zij zelf (art. 163 B.W.).

Van de gefailleerde en van degene aan wie surseance van betaling is verleend, is de handelingsbevoegdheid beperkt (zie art. 23 en 228 Faillissementswet).

Ook in het BELGISCH recht wordt de handelingsbevoegdheid onderscheiden van de rechtsbevoegdheid. Nochtans gebruikt de Belgische rechtstaal bij voorkeur, naar Frans voorbeeld, de uitdrukkingen: bekwaamheid van genot (capacité de jouissance) voor rechtsbevoegdheid; bekwaamheid van uitoefening (capacité d'exercice) of bekwaamheid voor handelingsbevoegdheid.

Als wettelijk-onbekwamen worden beschouwd: de minderjarigen, onverschillig of zij ontvoogd of niet-ontvoogd zijn; de wettelijk- of de gerechtelijk ontzette personen; de gehuwde vrouwen; de personen met een gerechtelijke raadsman. Sommige onbekwamen worden door een volledige onbekwaamheid getroffen, andere alleen door een beperkte; aldus is de persoon met een gerechtelijke raadsman alleen voor belangrijke rechtshandelingen onbekwaam.

Wordt echter de onbekwame behoorlijk vertegenwoordigd of gemachtigd, dan zal de rechtshandeling geldig kunnen gesteld worden.

Ook de gefailleerde art. 444, W.v.K., wet van 18 Apr. 1851) verliest het beheer van zijn goederen; dit beheer wordt aan een curator toevertrouwd. Bij surséance van betaling verliest de schuldenaar (art. 603, W.v.K., wet van 18 Apr. 1851) het recht om, zonder machtiging van de commissarissen, zijn goederen te vervreemden.

< >