of Wolfius, klassiek philoloog (Haynrode, bij Nordhausen, 15 Febr. 1759 - Marseille 8 Aug. 1824), was 1783-1807professor te Halle, sinds 1810 in Berlijn. Nadat hij door een uitgave van Plato’s Symposion (1782) de aandacht op zich gevestigd had, deed hij in 1795 zijn vermaarde Prolegomena ad Homerum (21876, 31884, alleen iste dl; Duitse vert. d.
H. Muchau 1908) verschijnen, waarin hij op een aantal gronden de eenheid van Ilias en van Odyssea aantastte en het dichterschap van één dichter Homerus in twijfel trok. Dit werk deed een felle strijd onder de geleerden van die tijd ontbranden.Thans weten wij, dat de denkbeelden, door Wolf geuit, al voor hem door d’Aubignac, Vico, R. Wood en Heyne waren te berde gebracht, hetgeen Wolf niet onbekend moet zijn geweest. Hij heeft echter het eerst deze gedachten zowel stilistisch als wetenschappelijk gepreciseerd en geadstrueerd.
Wolf is degeen geweest die het terrein der klassieke philologie heeft uitgebreid tot dat der wetenschap der Oudheid (Altertumswissenschaft).
Lit.: W. Korte, Leben u. Studiën F. A. W.s des Philologen, 2 dln (1833); R. Volkmann, Gesch. und Kritik der Wolfschen Prolegomena zu Homer (1874); O.
Kern, F. A. W. (1924); S. Rei ter, F. A. W., ein Leben in Briefen, 3 dln (1935)