Amerikaans architect (Richland Center, Wisc., 8 Juni 1869), is de grondlegger van de moderne bouwkunst in Amerika. Hij zelf noemt zijn bouwen „organische architectuur” en bedoelt daarmee enerzijds het dienen van de gemeenschap — de functie bepaalt de vorm — en anderzijds het toepassen van de materialen naar de werkelijke aard daarvan.
Hij gebruikt dus geen oude stijlvormen voor modern materiaal, doch zoekt naar vormen die uit hun structuur voortkomen. Zijn principe is voorts, in tegenstelling tot dat van Le Corbusier, dat een gebouw steeds een eenheid moet vormen met zijn omgeving. Hij accentueert graag de horizontale lijn, omdat deze in overeenstemming is met de rust in de natuur, en verzet zich tegen het wolkenkrabber-systeem van de grote Amerikaanse steden.Van zijn talrijke werken noemen wij: het Guggenheim Museum te New York; het Imperial Hotel te Tokio, I913-’19); „Falling Water”, een huis boven een waterval gebouwd (1936), Taliesin West, Arizona, zijn eigen woonhuis en atelier met leerlingen (1938), Pauson House, Phoenix, Arizona (1940) en vele andere villa’s.
Bibl.: An Organic Architecture, the Arch, of Democracy, een serie lezingen (London 1939); An Autobiography (London 1943).
Lit.: H. de Fries, F. L. W. (Berlin 1926); Werner M. Moser, Sechzig Jahre Lebendige Architektur / Sixty Years of living Arch., F. L. W. (Zürich/Winterthur 1952), vgl. Wendingen, 1925.
