geheimschrijver van keizer Valens (364-378), vervaardigde in opdracht en ten behoeve van deze een kort overzicht van de gehele Romeinse geschiedenis tot op zijn tijd, Breviarium ab urbe condita geheten. Voor de republikeinse tijd bestaat zijn uittreksel uit een dorre opsomming van oorlogen en veldslagen, in de keizertijd komt karakterisering van de handelende personen meer voor de dag.
Dit kleine boekje heeft opgang gemaakt, omdat het het publiek ontsloeg van het lezen van grotere werken; het werd zelfs in het Grieks vertaald (door een zekere Paianios ca 380). Paulus Diaconus schreef er een vervolg op tot op de tijd van Justinianus. Sinds de humanistentijd vinden wij het boekje als schoolboek, getuige de talrijke uitgaven er van. ook in Nederland.Uitgave: H.Droysen, in: Monum. Germ. Hist. (1879) door F. Ruehl (1887, herdr. 1919); G. d’Amico-Orsini (Firenze 1932).
Lit.ï Sorn, Der Sprachgebrauch des Historikers E. (1892).
