Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

EQUIVALENT

betekenis & definitie

betekent gelijkwaardig, in een of ander opzicht. In de natuurkunde (z voor wis- en scheikunde aequivalent) gaat de gelijkwaardigheid meestal zover, dat de gelijkwaardige grootheden (in het beschouwde opzicht) als identiek opgevat kunnen worden en alleen verschillend door de eenheden, waarin ze zijn uitgedrukt.

Het „mechanisch warmte-equivalent” vormt een klassiek voorbeeld: Aanvankelijk beschouwde men warmtehoeveelheid en mechanisch arbeidsvermogen als essentieel verschillende grootheden. Mayer* en Joule* toonden echter aan, dat voor iedere gelijke hoeveelheid verdwenen arbeid een standvastige hoeveelheid warmte voor de dag kwam, en verklaarden beide grootheden voor equivalent, numeriek 1 calorie* met 4,18.107 erg. Later leerde men warmte geheel als moleculair arbeidsvermogen op te vatten (z kinetische theorie), waardoor equivalentie in gelijkheid overging. De calorie was hierdoor slechts een andere energieeenheid naast de erg geworden en bovenstaand getal drukte alleen de verhouding van deze twee eenheden uit.

Men kan nog iets verder gaan en zeggen, dat 4,18.107 erg/gram gr. C.de soortelijke warmte* van water in CGS-eenheden voorstelt. Inderdaad kan iedere stofconstante als een „equivalent” opgevat worden: dat bijv. de dichtheid van kwik 13,6 gram/cm3 bedraagt, kan men ook zo uitdrukken, dat 13,6 gram en 1 cm3 dezelfde hoeveelheid kwik voorstellen en dus equivalent zijn. Natuurlijk geven we hier slechts die equivalenten, welke men meestal onder die naam tegenkomt.



Electrochemisch equivalent
noemt men de hoeveelheid van een stof in ionvorm, die de lading van

(pagina mist)

< >