is in de muziek de klankkrachtleer. Hiertoe behoort de kennis van de graden van toonsterkte van het uiterste pianississimo (pppp) af tot het luidste fortississimo (ffff), de geleidelijke wijziging van de toonsterkte in het crescendo en decrescendo, de plaatselijke plotselinge veranderingen (sforzato, rinforzando, fortepiano, piano subito, enz.) en het verband tussen structuur, rhythme, melodie, harmonie, expressie en orkestratie enerzijds met de klankkracht anderzijds.
Lit.: H. Riemann, Musikalische Dynamik und Agogik (Hamburg 1884).