is een gemeente in de provincie Utrecht, groot 2639 ha met (1949) 11,856 inw. (1930: ruim 80 pct Prot., 18,3 pct R.K., 52 pct N.H., 15 pct Geref., 3 pct Chr. Geref. en 6,6 pct onkerkelijken), in 1857 ontstaan door samenvoeging van de gemeenten Driebergen en Sterkenburg en door vereniging op 1 Mei 1931 met Rijsenburg (218 ha).
De bodem bestaat in het N. en W. uit zand, in het Z. bij de Kromme Rijn uit rivierklei, doch is slechts voor ruim ⅖ voor landbouw in gebruik; grasland neemt ongeveer ¾ van de cultuurgrond in, bouwland bijna ¼. Een groot deel van de gemeente is bos. — Driebergen is in belangrijke mate woongemeente; verder vindt een groot deel van de bevolking werk in de industrie (o.m. exportslagerij; metaalwaren), zodat de landbouw slechts een ondergeschikte plaats inneemt. De gemeente omvat het dorp Driebergen (1930: 4088 inw.), de buurt Sterkenburg (305 inw.), Haagje (812 inw.), Beerschoten (192 inw.), Akker (220 inw.) en het dorp Rijsenburg (1216 inw.). In Driebergen ligt het Groot-Seminarie Rijsenburg van het aartsbisdom Utrecht (met monument en graftombe voor dr Schaepman), en aan de Langbroeker Wetering de kastelen Hardenbroek (uit de 17de en 18de eeuw) en Sterkenburg (met oude toren).Het dorp Driebergen ligt aan de spoorlijn Utrecht - Arnhem en aan de straatweg Utrecht - Rhenen - Arnhem. Het is mooi gelegen aan de voet van de Utrechtse heuvelrij en bezit vele buitens, waaronder het Heidepark. De gemeente Rijsenburg werd in 1808 door Lodewijk Napoleon uit de gelijknamige ambachtsheerlijkheid gevormd.
