Nederlands politicus (Culemborg 31 Dec. 1870 - ’s-Gravenhage 16 Dec. 1926), kleinzoon van Hendrik Coenraad (geb.1807), promoveerde te Utrecht in de rechten op Eenige beschouwingen naar aanleiding van de wet op de handels- en fabrieksmerken van 30 Sept. 1893 (1894), was advocaat te Tiel 1893-1903, rechter in de Rechtbank aldaar 1903-’06, administrateur aan het Departement van Justitie 1906-’09, directeur-generaal van het gevangenis-, rijkstucht- en opvoedingswezen 1909-’11 en secretaris-generaal van het Departement van Justitie 1911-’16 (eervol ontslagen 1918). Nadat hij tevoren reeds lid van de raad en wethouder van Tiel, benevens lid van de Provinciale Staten van Gelderland was geweest, werd hij 7 Dec. 1916 als opvolger van mr Tydeman (voorzitter van de Vrij-liberale partij) tot lid van de Tweede Kamer gekozen, welke functie hij tot zijn dood vervulde.
Hij speelde een belangrijke rol in de politiek als een van de stichters van de Vrijheidsbond in 1921, waarvan hij voorzitter werd. Later werd hij ook leider van de Tweede Kamer-fractie van deze Bond.MR H. F. WIJNMAN
Lit.: In memoriam mr H. C. Dresselhuys (z. pl., 1927).
