Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

DIANE DE POITTERS

betekenis & definitie

minnares van Hendrik II, koning van Frankrijk (3 Sept. 1499 - kasteel Anet, Eure-et-Loire, 22 Apr. 1566), was de oudste dochter van Jean de Poitiers, heer van St Vallier, huwde op 16-jarige leeftijd met Louis de Brèze, grand-sénéchal van Normandië, werd weduwe in 1531 en bracht ca 1536 de Dauphin, die ruim 18 jaar jonger was dan zij, onder haar zonderlinge bekoring. Met hem en zijn gemalin Catharina de Médicis leidde Diane de Poitiers in volkomen harmonie een „ménage a trois” in het koninklijk paleis.

Na zijn troonsbeklimming behield zij al haar invloed en bracht het beleid van de zaken in handen van de connétable de Montmorency, maarschalk St André en kardinaal Charles de Guise, met wiens broeder zij haar tweede dochter deed huwen. In 1548 werd zij verheven tot hertogin van Valentinois. Diane was een zeer geldzuchtige en naijverige, volkomen gewetenloze vrouw, die echter haar harde ondeugden enigszins goed maakte door haar liefde en smaak voor kunst. Zij was de beschermvrouw van de Franse Renaissance, van de dichter Ronsard en de beeldhouwer Goujon. Te harer ere koos Hendrik II de halve maan, die ontleend was aan haar voorletter, als zinnebeeld, met het devies: Donec totum impleat orbem (totdat de hele schijf gevuld zij). De dooreengestrengelde D’s en H’s vindt men als versieringsmotief op bijna elk bouwwerk van die tijd. Uit haar verbintenis met de koning werd een dochter geboren, eveneens Diane geheten (1538-1619), die in 1552 met Horatio Farnese, hertog van Castro en in 1557 met Frans van Montmorency, maarschalk van Frankrijk, huwde. Na de dood van Hendrik II (1559) leefde Diane de Poitiers, door Frans II van het Hof verbannen, op haar kasteel aan de Loire.

Bibl.: Lettres de Diane de Poytiers, (Paris 1865).

Lit.: M. A. Maurage, D. de P. (3 dln, 1855); J. B. H. R. Capefigue, D. d. P. (1860); C. Chevalier, D. de P. au conseil du roi (1865); A. Caise, D. de P. (1891); J. Hay, D. d. P. (1900).

< >