Heiligen, worden in de Latijnse kerk samen gevierd als apostelen van de Slavische volken. Zij waren trouwens ook gebroeders.
Cyrillus, de beroemdste van beiden, was de jongste en stierf het eerst; zijn doopnaam was Constantinus, als monnik verwisselde hij van naam. Hij werd ca 826, de andere ca 815 te Thessalonica geboren, waar beiden behalve Grieks ook een Slavisch dialect hoorden spreken en het grondig leerden. Cyrillus schiep hiervoor het Glagolitische alphabet (voorloper van naar hem genoemd Cyrillisch schrift, dat tot 1917 ongewijzigd in zwang bleef in Rusland), gedeeltelijk naar het Grieks en werd door zijn Bijbelvertaling de vader van de Slavische literatuur (z Kerkslavisch en schrift). Cyrillus is als geloofsverkondiger opgetreden onder de Chazaren aan de Kaspische Zee.
Hij vond daar het stoffelijk overschot van de H. Paus-martelaar Clemens I, dat hij ca 862 naar Moravië bracht, waar keizer Michaël III hem en zijn broeder de begonnen taak wilde zien voortzetten. In 868 brachten beiden de reliquieën van de H. Clemens naar Rome, doch Cyrillus stierf kort daarop (14 Febr. 869) en werd met veel plechtigheid begraven in de St Clemenskerk zelf.
Zijn grotere vermaardheid komt vooral daar vandaan, dat hij het initiatief nam tot invoering van de Slavische taal in de Katholieke liturgie, wat niet zonder tegenkanting uit Rome zelf gebeurd is. Dat paus Hadrianus II dat zou hebben ingewilligd, wordt betwist; doch paus Johannes VIII deed het op verzoek van Methodius in 880, door de bul Inaustriae tuae. Na Methodius’ dood te Velehrad (?) ca 885, kwam dienaangaande opnieuw een verbod vanwege paus Stephanus VI. In 1880 heeft Leo XIII beider feestdag (7 Juli) over geheel de Katholieke wereld uitgebreid. Zoals blijkt, is er in beider biografie veel onzekers.Lit.: L. K. Goetz, Gesch. d. Slawenapostel Konstantinus (Kyrillus) imd Methodius (Gotha 1897); F.
Grivec, Die heiligen Slawenapostel C. und M. (Laibach 1928); L. Dvornik, Les légendes de G. et de M., vues de Byzance (Prague 1933).