(HCNO) is zelf een kleurloze vloeistof, die men kan verkrijgen door cyanuurzuur droog te verhitten en de dampen snel beneden — 10 gr. C. af te koelen.
Boven 0 gr. C. polymeriseert cyaanzuur weer snel tot het cyanuurzuur (HCNO)3, dat bereid wordt door het smelten van ureum. Cyaanzuur is te beschouwen als het nitril van koolzuur en splitst zich met water snel in ammoniak en kooldioxyde. De zouten zijn wat bestendiger.
Zo kan men kaliumcyanaat KCNO bereiden door geelbloedloogzout te smelten (waardoor kaliumcyanide ontstaat) met het oxydatiemiddel kaliumbichromaat, maar ook dit zout vormt in water spoedig kaliumcarbonaat en ammoniak. Voor het cyaanzuur kan men twee formules opstellen nl. HO.C:N en 0:C:N.H (een derde mogelijkheid HO.N:C is de formule van het knalzuur). Men kent alleen esters van de tweede formule afgeleid, de isocyanaten, die dus de algemene formule hebben 0:C:N.R.
Deze isocyanaten, stekend riekende en traanverwekkende vloeistoffen, die met water direct ontleden, kunnen bijv. bereid worden door inwerking van fosgeen op primaire aminen. Zij vinden toepassing in de analytische chemie, omdat zij met aminen vaste gesubstitueerde urea vormen en met alkoholen vaste urethanen (tcarbaminezuur) die dus gebruikt kunnen worden om deze verbindingen aan te tonen. Di-isocyanaten, die tweemaal de groep .N:C:0 bevatten, kunnen met diaminen of di-alkoholen weer langgerekte ketens moleculen vormen (z condensatie, 2) en daardoor kunststoffen vormen. Dit gebied bevindt zich echter nog in een stadium van ontwikkeling.
Melamine is het triamide van cyanuurzuur, is van belang als grondstof voor de bereiding van kunstharsen, het wordt verkregen uit kalkstikstof.DR J. VAN ALPHEN.