Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Brandewijn

betekenis & definitie

is een alkoholische drank, verkregen door destillatie van vloeistoffen, waarin door gisting alkohol is ontstaan, zoals wijn of moutwijn.

Onder brandewijn verstaat men in Nederland het van moutwijn en/of aethylalkohol gedestilleerde product, dat voor consumptie met een alkoholgehalte tussen 35 en 40 pct in de handel komt. Verschillende mee-gedestilleerde ingrediënten, daaronder perzikpitten, verlenen aan de brandewijn een karakteristieke geur en smaak. Uiteraard maakt men in wijnverbouwende landen de brandewijn in de eerste plaats van wijn, dus van gegist druivensap. In Frankrijk is eau de vie (levenswater) daarvoor de algemene naam, in Duitsland spreekt men van Branntwein. In de uitdrukking „gebrande wijn” (zie branderij) ligt de aard van de gebruikte grondstof reeds besloten. Heeft men gegist graan in plaats van wijn als grondstof gebruikt dan is het Kornbranntwein. In de Scandinavische landen noemt men de uit graan verkregen brandewijn Aquavit.

Dikwijls laat men ook uitgeperste druiven, d.w.z. schillen, pitten en stelen (Frans: Marc; Duits: Trester) vergisten, waarna men de verkregen alkoholische vloeistof tot alkohol destilleert. Een bekende en gewaardeerde brandewijn, op die wijze verkregen, is de Marc de Bourgogne, uit de Côte d’Or. In Duitsland noemt men een dergelijk product Tresterbranntwein.

Brandewijn van hoge kwaliteit heeft, bijv. in Frankrijk, dikwijls een naam waaruit de herkomst blijkt, zoals Cognac en Armagnac. In Engeland spreekt men echter van brandy, wanneer men Cognac bedoelt.

Behalve wijn dient ook het gegiste sap van andere vruchten dan druiven als grondstof voor brandewijn, bijv. in Frankrijk de tot brandewijn gedestilleerde appelcider, bekend als Calvados, in Duitsland en Zwitserland Kirschwasser, Zwetschenbranntwein, enz.

< >