Franse prinses (ca 1296-1326), dochter van Otto IV van Bourgondië en Mathilda, gravin van Artezië, was nog geen 12 jaar oud toen ze werd uitgehuwelijkt aan Karel, graaf van de Mark, de jongste zoon van Philips IV van Frankrijk.
In 1314 werd ze met haar schoonzuster Margareta (echtgenote van de latere Philips V) schuldig bevonden aan overspel met de ridders Philips en Wouter van Annay. Het is dit geruchtmakend schandaal en proces — waarin nog een andere prinses, Johanna, echtgenote van de latere Lodewijk X, was betrokken — dat aanleiding heeft gegeven tot het ontstaan in de 15de eeuw van de sombere legende van de toren van Nesle (te Parijs, op de linkeroever van de Seine, tegenover het Louvre), waar de prinsessen zich zogezegd aan bandeloze orgiën met voorbijgangers zouden hebben overgeleverd. Van 1314 af opgesloten, eerst in de burcht Gaillard te Andelys, later in het kasteel van Gauray (bij Coutances), werd Blanche in haar laatste levensjaar non in het klooster van Maubuisson, waar ze in de eerste maanden van 1326 overleed. Pas in 1322, kort nadat hij koning was geworden (Karel IV), was haar echtgenoot er in geslaagd zijn huwelijk met Blanche door de paus ongeldig te doen verklaren.
