(1), een gemeente in de Ned. provincie Limburg ten Z. van Sittard, aan de spoorlijn Maastricht-Venlo, telde in 1940 op 1867 ha 6492 vrijwel alleen R.K. inw. (1946: 7563 inw.). De bodem bestaat uit Limburgse klei en is voor ongeveer 60 pet als bouwland, voor 40 pet als grasland in gebruik; landbouw is er het hoofdbedrijf, tarwe het voornaamste gewas.
De boomgaarden leveren de appelen voor appelwijn- en stroopfabricage. Een belangrijk deel van de bevolking vindt werk in de steenkolenmijnen, vnl. in de Staatsmijn Maurits te Lutterade. De gemeente bestaat uit het gelijknamige dorp en enige buurten als Neerbeek, Kerensheide, Geverik e.a. In het laatst der 15de eeuw had zij veel te lijden van de heren Van Argenteau de la Marck en andere roofridders. In 1661 kwam de gemeente aan de Republiek der Vereenigde Nederlanden.Er zijn resten van voorhistorische nederzettingen (paalwoningen en hutkommen, ca 3000 v. Chr.) en van een Romeinse villa gevonden. De veel gerestaureerde Romaanse parochiekerk, Sint Maarten, dateert in vroegste oorsprong uit het einde der 12de eeuw. Merkwaardigeprofanebouwwerken: kasteel Gebroek (1656), gedeeltelijk door grachten omgeven; Ned. Herv. pastorie: oudHollandse trapgevel (1723). De moderne Sint Hubertuskerk te Grootgenhout (arch.
Alph. Boosten) bezit schilderingen en glazen van Charles Eijck, Henri Jonas, Jef Scheffers e.a. In de raadszaal wandschilderingen en glazen van Henri Schoonbrood.
(2), een gemeente in de provincie NoordBrabant, gevormd in 1942 uit delen van de gemeenten Princenhage en Etten en Leur. Op een oppervlakte van 3294 ha telde zij in 1943 3773 inw. '1946: 4061 inw.), grotendeels R.K. De bodem bestaat in hoofdzaak uit zand, en is voor ongeveer 3/< cultuurgrond, waarvan ongeveer 47 pet bouwland, 42 pet grasland en 11 pet tuingrond. Landbouw is hoofdbestaansmiddel.
Het classicistische huis „Bosdal” (begin 19de eeuw) bezit in de hoofdkamer een fraaie schoorsteen.
(3), een grensdorp in de Gelderse gemeente Ubbergen, aan de weg van Nijmegen naar Kleef (electrische tram). Het dorp ligt tegen de oostzijde van de pleistocene heuvelrug (glaciale stuwrug), welke hier vrij steil afhelt naar de Gelderse Poort (d.i. het Rijndal tussen de heuvels van Nijmegen en Kleef en die van Montferland-Elten). Beek met zijn mooie omstreken is een gezocht zomerverblijf voor vacantiegangers en heeft verder wasserijen. Het dorp zelf telt ± 1200 inw.
In de 14de eeuw behoorde Beek nog tot Kleef; later kwam het aan de heren van Groesbeek, die er door de Gelderse hertogen mede beleend werden.
Van de Ned. Herv. kerk is nog een gedeelte van de I4de-eeuwse kapel (in 1536 parochiekerk) over, o.a. een stuk van de toren (tufsteen).
(4) een dorp in de Gelderse gemeente Berg*, ten W. van het Montferland.
(5), een dorp in de Noordbrabantse gemeente Beek en Donk* bij de Zuid-Willemsvaart ten N. van Helmond. Van de voorm. Sint Michaëlskerk staat nog de i5de-eeuwse toren.
(6) een gemeente in de Belgische provincie Limburg, aan het Kempisch kanaal, op vlakke zandbodem (1589 ha); landbouw. Inw. (1945) 715. Mooie vroeg-Gothische kerk uit begin der 16de eeuw, met interessante Romaanse toren. Kasteel van Ghen-Aa.