ontstaan dàn bij meerzurige basen, wanneer niet alle hydroxylgroepen door zuurresten zijn vervangen. Bijv. basisch aluminiumacetaat oflenicet, Al(OH) (GH3COO)2 HjO, basisch loodnitraat, PbOH(NÖ3) en -acetaat.
Deze verbindingen ontstaan vaak door hydrolyse uit de zouten van zwakke basen. Zij kunnen, echter louter formeel, ook geschreven worden als te zijn samengesteld uit het neutrale zout en het hydroxyde. Ook de anorganische oxyzouten zijn zowel wat hun vorming als wat in vele gevallen hun constitutie betreft, nauw verwant met de basische zouten. Zo geeft bismuth hydroxyde Bi(OH)3 naast neutrale zouten ook basische of oxy-zouten, afgeleid te denken van BiO.OH, dat door waterverlies ontstaat uit het hydroxyde, bijv. basisch bismuthnitraat Bi0.N03.Hs0, de constitutie hiervan wordt echter waarschijnlijk juisterweergegevendoor te schrijvenBi(0H)8.N03, in tegenstelling tot echte oxyverbindingen zoals POGlj, enz. Zeer vaak zijn gehele reeksen van basische verbindingen mogelijk, zodat bij de hydrolyse geen verbindingen met vaste samenstelling worden verkregen, men formuleert deze dan als bestaande uit oxyde (of hydroxyde) cn neutraal zout in empirisch te bepalen verhoudingen, wisselend naar gelang van de omstandigheden. Bij de talrijke aluminiumsilicaten onder de mineralen komen ook vele formeel basische verbindingen voor, waarin naast zuurstof-ionen ook hydroxylionen in het rooster aanwezig zijn (z silikaten in bijzonder glimmer- en kleimineralen). Voor andere voorbeelden z bismuth, beryllium, koper en ijzerverbindingen.