Heilige (Florence 30 Nov. 1302 - Fiesole 6 Jan. 1373), trad te Florence in de Orde der Carmelieten en werd in 1360 bisschop van Fiesole. Zijn vrijgevigheid scheen als het ware onuitputtelijk, doch streng bestreed hij woeker en burgertwisten.
Talrijke mirakelen worden van hem verteld. Urbanus VIII heeft hem heilig verklaard, Clemens XII (zelf een Corsini) verheerlijkte hem met een kapel in de Lateraanbasiliek. Zijn feestdag is 4 Febr.In de beeldende kunst verkrijgt hij zijn iconografie eerst bij de meesters der laat-Italiaanse Barok. Zij geven hem, getooid met bisschoppelijk gewaad, een boek in de hand (Guido Reni te Bologna, Pinacoteca en te Rome, Palazzo Corsini); minder vaak ontmoet men den heilige in het kleed der Carmelorde met staf en zwaard: dit laatste herinnert aan zijn vroeger leven in de wereld. Foggini beeldhouwde in marmer bij zijn graf te Florence (S. Maria del Carmine) een drietal taferelen uit Andreas’ leven.