Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Actinomycose

betekenis & definitie

(1 bij den mens) wordt in onze streken bijna uitsluitend veroorzaakt door één soort Actinomycètes (straalzwammen), de Actinomyces bovis (Wolff en Israël), een anaëroob d.w.z. slechts in zuurstofarme omgeving behoorlijk groeiend micro-organisme, dat zich in de kweek op kunstmatige voedingsbodems hoofdzakelijk vertoont als slanke, hier en daar vertakte staafjes. In levende weefsels vormt het daarentegen dichte netwerken van sterk vertakte, min of meer straalsgewijs gerangschikte draden.

De kenmerkende „zwavelkorrels”, die men in de actinomycose-etter aantreft, bestaan uit dergelijke kolonies, die aan de buitenkant begrensd worden door zgn. kolven, reactieproducten van het weefsel. De Actinomycètes worden tegenwoordig meestal tot de klasse der Schizomycetes (splijtzwammen of bacteriën) gerekend, hoewel zij van het eenvoudige bacteriëntype afwijken en in sommige opzichten op schimmels (fungi) gelijken; vandaar de oude naam „straalschimmel”.Actinomycose komt veel vaker voor bij mannen dan bij vrouwen; in tegenstelling tot wat men vroeger meende, schijnt de ziekte op het platteland niet veelvuldiger te zijn dan in de steden. Waarschijnlijk is Actinomyces bovis vaak een saprophytische bewoner van mondholte en darmkanaal van den mens, die slechts pathogeen wordt indien een plaatselijke weefselbeschadiging hem de kans biedt in de diepte door te dringen.

Het meest komt actinomycose voor in de omgeving van de onderkaak en aan de hals, waar harde zwellingen ontstaan met paarsrode verkleuring van de huid en fistels, die etter afscheiden, waarin men de kenmerkende grijze of gele „zwavelkorrels” kan vinden. Actinomycose van de long gelijkt soms min of meer op tuberculose. Het proces leidt reeds in een vroeg stadium tot schrompeling en grijpt dikwijls over op borstvliezen en borstwand. In de buik wordt vooral het gebied van de blindedarm aangetast, waar zeer vaste, hobbelige gezwellen worden gevormd. Zeldzaam is de pyaemische vorm, waarbij uitzaaiingen ontstaan langs de bloedbaan in vele organen.

Actinomycose verloopt meestal chronisch; het is een ernstige ziekte. Zij spaart geen anatomische grenzen, doch vreet de omgeving aan als een kwaadaardig gezwel; in tegenstelling tot carcinoom en tuberculose verspreidt zij zich niet langs de lymphbanen. De localisatie aan de huid van gelaat en hals is relatief gunstig. Chirurgische behandeling, gevolgd door Röntgenbestraling geeft soms goede resultaten, evenals een langdurige toediening van hoge doses joodkali, te zamen met sulfonamides of penicilline.

Een verwante aandoening, die door verschillende actinomycetes kan worden veroorzaakt is de Maduravoet of mycetoma, een tropische, vooral in Voor-Indië voorkomende ziekte, die sterke misvormingen en abscessen aan de voet teweegbrengt. De behandeling is chirurgisch gecombineerd met sulfonamides.

DR H. J. VIERSMA

Lit.: W. W. C. Topley en G. S. Wilson, The principles of bacteriology and immunity, 3de druk (1946); Z. Cope, Actinomycosis (London 1938); Med. Research Council: A system of bacteriology in relation to medicine, dl 8 (1931).

(2 „straalschimmelziekte” bij dieren) is een chronische infectieziekte, welke gekenmerkt wordt door bindweefselwoekeringen en etteringsprocessen, waarbij in de etter de voor actinomycosis typische korrels gevonden worden. De oorzaak is van polybacteriële aard; onderling verschillende bacteriën geven alle het ziektebeeld van actinomycosis met in de etter de typische korrels. Men kent als verwekkers:

a. De bacterie van Wolff en Israël (Actinomyces bovis); deze veroorzaakt vooral de kaakactinomycosis der runderen en de uieractinomycosis der varkens. Het is een onbeweeglijk staafje, dat zich volgens Gram laat kleuren; voor het kweken zijn anaërobe omstandigheden nodig.
b. De Actinobacillus lignièresi, vaak genoemd de bacil van Lignières en Spitz, is de voornaamste oorzaak van de actinomycosis van huid en andere weke organen. Deze bacil is klein en ovaal, hij laat zich niet volgens Gram kleuren; het kweken geschiedt onder aerobe omstandigheden.
c. Corynebacterium pyogenes; dit microörganisme, bekend als verwekker van ernstige mastitis bij runderen en van allerlei infecties bij varkens, veroorzaakt vooral de kaak-actinomycosis.
d. Staphylococcus aureus is de hoofdoorzaak van de uieractinomycosis bij rund en varken.

In de etter van al deze genoemde infecties zijn de actinomycosis-korrels te vinden; deze kunnen zo groot zijn als een speldeknop; de kleur is witgrijs, geelgrijs of bruinachtig; door kalkafzetting zijn ze soms vrij hard. Microscopisch blijkt, dat ze uit rozetjes van kleine kolfvormige lichaampjes bestaan; er is enig verschil in structuur van deze korrels al naar de aard van den verwekker.

Actinomycosis wordt het meest waargenomen bij rund en varken, bij andere huisdieren zelden. De verwekkers komen op huid en slijmvliezen van gezonde individuen voor; waarschijnlijk ontstaat de infectie, doordat de kiemen bij de vorming van kleine letsels, vooral van mond en keel door prikkende plantendelen, naar binnen dringen. Bij het rund komt tongactinomycosis het meest voor; daar de tong hard wordt, spreekt men dan van houttong. Door metastasering van tong-, kaak- en uier-actinomycosis uit, kunnen zich elders in het lichaam nieuwe actinomycotische processen ontwikkelen. Het beloop is gunstig als uitsnijding van het zieke weefsel mogelijk is; tongactinomycosis en actinomycosis van andere weke delen zijn meestal met jodetum kalicum te genezen; de vooruitzichten van beenactinomycosis zijn meestal ongunstig. De belangrijkste medicamenteuze therapie is het geven van jodetum kalicum door de mond, volgens Thomassen (Nederlands veearts, 1847-1906).

Actinomycosis gaat niet van dier op dier over; ook de mens wordt niet door zieke dieren besmet.

DR JAC. JANSEN

Lit.: Hutyra, Marek, Manninger, Spezielle Pathologie und Therapie der Haustiere (1941).

< >