Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Zoethout

betekenis & definitie

Zoethout (Glycyrrhiza glabra) is de naam van eene plant, welke tot de familie der Vlinderbloemigen (Papilionacea) behoort en in het zuiden van ons werelddeel groeit. Zij onderscheidt zich door een regten, gladden stengel die 1 tot l1/2 Ned. el hoog wordt. De bladeren zijn geelachtig groen en oneven gevind, en de blaadjes, 11 tot 13 in getal, ovaal, eenigzins ingedrukt en kleverig aan de benedenzijde. De bloemen, tot gesteelde, aarvormige trossen vereenigd, zijn blaauw- of purperachtig van kleur en de trossen korter dan de bladeren.

De kelk, is naakt, buisvormig, tweeslippig, de bloemkroon vlindervormig, de kiel gespleten en de stijl draadvormig. De peulen zijn glad, onbehaard, drie- of vierzadig en tweekleppig. Van deze plant gebruikt men in de geneeskunde den kruipenden wortelstok onder den naam van zoethout. Het heeft den vorm van lange ronde stukken ter dikte van omstreeks een vinger. Van buiten is het grijsachtig bruin en van binnen geel van kleur; de reuk is aardachtig en de smaak zeer zoet. Men schrijft dezen zoeten smaak toe aan de daarin aanwezige glycyrrhizine, die tot de onkristalliseerbare suikersoorten behoort. Het bekende drop (succus liquiritiae) wordt uit zoethout bereid.

< >